Rechtspraak
Feiten
X heeft gedurende drie weken in februari en maart 2024 chauffeurswerkzaamheden verricht voor transportonderneming Y. Hij heeft daarvoor een factuur gestuurd, die gedeeltelijk door Y is betaald. Het restantbedrag is verrekend door Y met schade die volgens Y is ontstaan doordat X twee keer met de vrachtwagen van Y in een greppel is gereden. X vordert volledige betaling. Volgens hem mocht Y de schade niet verrekenen, nu hij op basis van een arbeidsovereenkomst heeft gewerkt. Volgens Y is er geen sprake van een arbeidsovereenkomst, maar heeft X als zzp’er gewerkt en moet X zelf de schade betalen. Y vordert in reconventie vergoeding van verschillende schadeposten en een verkeersboete.
Oordeel
De kantonrechter is van oordeel dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Uit de door de kantonrechter vastgestelde rechten en verplichtingen blijkt dat het noodzakelijke element van de verplichting voor X om arbeid te verrichten ontbreekt. X kon zich laten vervangen door een ander en heeft dat in de praktijk ook gedaan. Ook het feit dat X op 18 maart 2024 aan Y liet weten niet meer te zullen komen werken, wijst erop dat hij de vrijheid had om opdrachten al dan niet te accepteren. Ook het feit dat X vanuit zijn eenmanszaak een factuur heeft gestuurd voor zijn werkzaamheden en het overeengekomen bedrag per uur heeft vermeerderd met btw past niet in het kader van een arbeidsovereenkomst. Daarbij geldt dat er een groot verschil is in beloning tussen de werknemers van Y en die van X: de werknemers ontvangen maar liefst 9 euro per uur minder. Ook een gezagsverhouding ontbreekt naar het oordeel van de kantonrechter. Volgens de eigen stellingen van X heeft een derde hem ingewerkt en laten zien wat de werkzaamheden inhielden. Het op eigen initiatief betrekken van een derde voor uitleg over de wijze van uitvoeren van werkzaamheden past niet binnen een gezagsrelatie tussen een werknemer en een werkgever. Ook de stelling van X dat hij louter chauffeurswerkzaamheden verricht aan wie hem daarvoor inhuurt, wijst op zelfstandigheid van X. Al deze omstandigheden tezamen brengen de kantonrechter tot de conclusie dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Partijen hebben een overeenkomst van opdracht gesloten. Nu X schade heeft veroorzaakt aan een vrachtwagen van Y, kan hij aansprakelijk worden gehouden voor deze schade op grond van artikel 6:162 BW. X heeft wel recht op betaling van een klein deel van zijn vordering omdat Y te veel heeft verrekend. Y heeft terecht de kosten van het takelen en de kosten van het vervangen van de buitenspiegels verrekend, maar heeft geen recht op vergoeding van overige schade. Ten aanzien van de verkeersboete draagt de kantonrechter Y op bewijs te leveren. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
