Driessen/Boulidam. Kennelijk onredelijk ontslag.

Verzoek van werknemer tot toekenning van een billijke vergoeding, vanwege het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst, afgewezen. Geen sprake van een toezegging door werkgever. Toepassing Bajingsleer.

Afwijzing ontbindingsverzoek (oud recht). Vervallen van 50% werkzaamheden werknemer berust op aanname en wordt niet (cijfermatig) onderbouwd. Geen wijziging van omstandigheden van zodanige aard, dat die billijkheidshalve moet leiden tot (partiële) ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Afwijzing ontbindingsverzoek (oud recht). Vervallen van 50% werkzaamheden werknemer berust op aanname en wordt niet (cijfermatig) onderbouwd. Geen wijziging van omstandigheden van zodanige aard, dat die billijkheidshalve moet leiden tot (partiële) ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Geen kennelijk onredelijke opzegging van arbeidsovereenkomst na langdurige arbeidsongeschiktheid.

Langdurig arbeidsongeschikte werknemer heeft geen recht op een ontslagvergoeding op grond van het sociaal plan. Ontslag niet kennelijk onredelijk (oud ontslagrecht).

Vordering tot vergoeding van immateriële schade op grond van wanprestatie na vergoeding voor deze schade in ontbindingsprocedure, artikel 1637w en 1639w (oud) BW. Uitleg begrip ‘loon’ in artikel 1638ii lid 1 (oud) BW.

Manager (statutair bestuurder) van elektriciteitsbedrijf op Sint Maarten heeft recht op een ontslagvergoeding volgens de kantonrechtersformule met C-factor 1,5. Werkgever heeft de gemaakte verwijten niet aannemelijk kunnen maken en zelf ingestemd met een terugkeermogelijkheid naar de functie van ICT-manager.

Er bestaat geen (wettelijke) grondslag om aan werknemer een billijke vergoeding toe te kennen, nu de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden is geëindigd.

Oud ontslagrecht. Verzoek tot rectificatie van werknemer wordt toegekend. Vergissingen in de partijaanduiding moeten in beginsel kunnen worden geheeld. Werknemer niet-ontvankelijk wegens ontbreken doorbrekingsgrond.