Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 29 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:5112
Feiten
Werkneemster is sinds 13 augustus 2018 in dienst bij Compass als cateringmedewerkster en heeft op verschillende locaties gewerkt. Na ziekteperiodes in 2020 en 2021 is zij gere-integreerd bij GLS en het Provinciehuis. In september 2021 begon zij bij de Universiteit Utrecht (UU). In 2024 is zij vanwege conflicten met collega’s overgeplaatst. Na bemiddeling stemde zij in met plaatsing op een andere locatie, waar zij in september 2024 begon. Na nieuwe incidenten in april en mei 2025 is werkneemster vrijgesteld van werkzaamheden. Volgens Compass heeft werkneemster op geen van de locaties goed kunnen samenwerken met collega’s en zijn de conflicten rondom haar persoon op drie locaties zelfs zo hoog opgelopen dat Compass werkneemster van die locaties moest halen. Compass meent dat sprake is van een patroon van gedrag en dat het probleem zich zal blijven voordoen. Compass ziet daarom geen andere mogelijkheid dan een ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
Werkneemster vindt dat het verzoek van Compass moet worden afgewezen. Zij erkent dat de arbeidsrelatie met één collega enigszins getroebleerd is geweest. Dat zich kleine incidenten hebben voorgedaan die hebben geleid tot frustratie en onbegrip betekent volgens haar niet dat er sprake is van een ernstige en duurzame verstoring van de arbeidsverhouding. Werkneemster verzoekt de kantonrechter om Compass op te dragen trajectbegeleiding te bieden en haar terug te plaatsen naar de eerste vaste locatie. Als de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, wil werkneemster een transitievergoeding en een billijke vergoeding van € 50.000 bruto.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst moet worden ontbonden. Uit correspondentie blijkt dat collega’s niet meer met werkneemster wilden samenwerken vanwege haar gedrag en communicatie. Ondanks afspraken over verbetering kwamen er opnieuw klachten en incidenten, wat leidde tot een onwerkbare situatie. Compass heeft herhaaldelijk geprobeerd het gedrag van werkneemster te bespreken en te verbeteren, zonder blijvend resultaat. De arbeidsrelatie is duurzaam verstoord en van Compass kan niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Een herplaatsing ligt niet voor de hand vanwege de aard van de verstoring. Ook is er geen opzegverbod van toepassing.
Werkneemster heeft recht op de wettelijke transitievergoeding, maar de gevraagde billijke vergoeding wordt afgewezen. Er is geen sprake van ernstig verwijtbaar handelen van Compass; het bedrijf heeft herhaaldelijk gesprekken gevoerd en begeleiding geboden. Ook het feit dat werkneemster af en toe een vaststellingsovereenkomst is aangeboden, levert geen verwijtbaar gedrag op.
