Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 19 september 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:12163
Feiten
Werknemer is op 1 mei 2024 als oproepkracht in dienst getreden bij werkgever in de functie van chauffeur. Partijen hebben daarbij een arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar gesloten. Het loon bedroeg € 14,10 bruto per uur. Werknemer stelt dat hij in de maanden november en december 2024 steeds 40 uur per maand heeft gewerkt. Volgens werknemer heeft werkgever het loon over deze maanden van in totaal € 1.218,24 bruto tot op heden niet aan hem betaald. Werknemer vordert daarom dat werkgever wordt veroordeeld om dit bedrag aan hem te betalen.
Oordeel
De kantonrechter kan op dit moment nog geen eindbeslissing nemen en wil de zaak met partijen bespreken. De kantonrechter heeft namelijk behoefte aan nadere inlichtingen. De kantonrechter bepaalt daarom dat een mondelinge behandeling gehouden zal worden. Tijdens die zitting krijgen partijen de mogelijkheid om hun kant van het verhaal te vertellen. Ook zal de kantonrechter vragen stellen en onderzoeken of partijen samen tot een oplossing kunnen komen.
