Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 14 juni 2021
ECLI:NL:RBAMS:2021:8382
Feiten
Werknemer is sinds 16 juni 2004 in dienst bij GVB Exploitatie B.V. (hierna: GVB), laatstelijk als personenvervoerder bus. GVB verzoekt de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden. Zij stelt dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer, omdat hij ondanks herhaalde waarschuwingen en hem geboden hulp de sociale veiligheid binnen GVB heeft aangetast door nare, kwetsende en onterechte aantijgingen over een collega op Facebook te plaatsen met een foto erbij. Werknemer is niet verschenen en heeft geen verweer gevoerd.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Nu werknemer de gestelde feiten en omstandigheden onbesproken heeft gelaten, gaat de kantonrechter uit van de juistheid van de gestelde feiten en omstandigheden. Gezien deze feiten en omstandigheden wordt geoordeeld dat het ontbindingsverzoek toewijsbaar is op de e-grond. De kantonrechter gaat uit van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer, zodat hij geen recht heeft op een transitievergoeding. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst volgt, zonder toekenning van de transitievergoeding.
