Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 23 mei 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:16230
Feiten
Werkneemster is sinds 2016 via Euro Start werkzaam geweest, laatstelijk op basis van een uitzendovereenkomst Fase C voor 32 uur per week. Vanaf 2 januari 2025 werkte zij bij opdrachtgever Inca Orchids. Bij brief van 17 januari 2025 is werkneemster door Euro Start op staande voet ontslagen. De reden van het ontslag was werkweigering, omdat zij zonder overleg op 15 januari 2025 van het werk is weggegaan. Zij berust in het ontslag, maar verzoekt wel om betaling van de transitievergoeding, een billijke vergoeding van € 20.000, loon wegens onregelmatige opzegging, de eindafrekening, correcte loonstroken en wettelijke rente. Het subsidiaire verzoek om vernietiging van de opzegging en wedertewerkstelling trok zij in, waardoor ook het ontbindingsverzoek van Euro Start komt te vervallen. Euro Start stelt dat het ontslag terecht is en dat werkneemster daarom nergens aanspraak op kan maken.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Nog los van het gegeven dat de Geschillencommissie Uitzendbranche alleen kennis neemt van geschillen met betrekking tot de cao, is de kantonrechter naar zijn oordeel desondanks bevoegd kennis te nemen van het geschil tussen werkneemster en Euro Start, omdat hoe dan ook voor een geschil als het onderhavige werkneemster toegang moet hebben tot de kantonrechter. Bij de beoordeling van het ontslag op staande voet geldt dat eerdere incidenten buiten beschouwing blijven en uitsluitend gekeken wordt naar het vertrek op 15 januari 2025. Omdat partijen van mening verschillen over de werktijden, de communicatie over het vertrek en het al dan niet doorwerken daarna, en Euro Start dit onvoldoende heeft onderbouwd, wordt geoordeeld dat alles tegen elkaar afwegende in onvoldoende mate is aangetoond dat ontslag op staande voet op 17 januari 2025 onvermijdelijk was, met name omdat alle eerdere voorvallen tussen partijen buiten beschouwing moeten blijven. In dat licht was het aan Euro Start om te onderbouwen in haar verweerschrift en/of tijdens de mondelinge behandeling dat ontslag op staande voet geboden was, maar dat heeft zij onvoldoende gedaan. Omdat werkneemster in het ontslag heeft berust, is de arbeidsovereenkomst wel geëindigd en heeft zij recht op de transitievergoeding, de gefixeerde schadevergoeding voor de opzegtermijn, de eindafrekening en de loonstroken. Aan het verstrekken van de specificaties wordt geen dwangsom verbonden. Daarnaast is sprake van ernstig verwijtbaar handelen door Euro Start, zodat een billijke vergoeding verschuldigd is. De gevorderde vergoeding van € 20.000 is echter te hoog, omdat het dienstverband vermoedelijk toch niet lang meer had voortgeduurd nu al langer sprake was van spanningen en werkneemster inmiddels elders werk heeft gevonden in een krappe arbeidsmarkt. De billijke vergoeding wordt vastgesteld op € 2.500.