Feiten

Werknemer is op 13 mei 2013 bij Sertronics in dienst getreden en was laatstelijk werkzaam als financieel en operationeel directeur tegen een salaris van € 8.666,50 bruto per maand, te vermeerderen met vakantietoeslag en overige emolumenten. Het dienstverband is met ingang van 1 april 2025 met wederzijds goedvinden beëindigd op basis van een door partijen op 16 december 2024 ondertekende vaststellingsovereenkomst (hierna: vso). Daarin is bepaald dat werknemer tot de einddatum salaris ontvangt en daarnaast na het einde van de arbeidsovereenkomst recht heeft op een transitievergoeding van € 37.081,70 bruto, vakantietoeslag over de periode van 1 juni 2024 tot 1 april 2025, en uitbetaling van 107 opgebouwde maar niet-genoten vakantie-uren. Bij brief van 22 mei 2025 heeft de gemachtigde van werknemer Sertronics gesommeerd om uiterlijk 23 mei 2025 tot betaling over te gaan. Sertronics heeft daarop laten weten dat zij dit wil afhandelen, maar nog in afwachting is van financiering. Werknemer vordert betaling van achterstallig loon over maart 2025, transitievergoeding, vakantietoeslag, uitbetaling van vakantie-uren, buitengerechtelijke kosten, wettelijke rente en wettelijke verhoging.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer heeft spoedeisend belang bij zijn vorderingen, nu hij geen ander inkomen heeft en daardoor geconfronteerd wordt met een aanzienlijk inkomensverlies. Partijen zijn het eens over het totaal verschuldigde bedrag aan salaris over maart 2025, transitievergoeding, vakantietoeslag en vakantie-uren. Dit bedrag van € 58.459,40 bruto wordt toegewezen, verminderd met het reeds betaalde bedrag van € 5.358,88 netto en vermeerderd met de wettelijke verhoging over de vakantietoeslag en vakantie-uren. Ook de gevorderde telefoon- en onkostenvergoeding worden toegewezen.