Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 25 augustus 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4564
Ontslag op staande voet wegens het opnemen van € 30.500 met de pinpas van werkgever.

Feiten

Werkgever is een landelijk werkende voogdij- en opvangorganisatie voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen, verantwoordelijk voor circa 9.500 jongeren uit zo’n 80 verschillende landen. Werknemer is op 9 december 2024 in dienst getreden als coördinator eigen opvang in de kinderwoongroep (KWG). Het salaris bedraagt € 3.900,42 bruto exclusief emolumenten. Elke KWG-coördinator krijgt een bankpas van werkgever. De bankpas is bedoeld voor het pinnen van contant geld om de kas van de KWG aan te vullen of om aankopen te betalen voor de jongeren die in de KWG worden begeleid. De coördinator maakt aan het eind van iedere maand een ‘eindoplevering’ van de geldopnames en de uitgaven voor zijn KWG-locatie. Aankopen met het kasgeld worden met bonnetjes verantwoord. In e-mailberichten van 10 en 17 maart 2025 heeft werkgever werknemer erop gewezen dat de kasadministratie ontbreekt. Werknemer heeft geantwoord dat hij alles zal doorsturen. Vervolgens meldt werknemer zich ziek. In een brief van 27 maart 2025 heeft werkgever medegedeeld dat er naar aanleiding van een financiële controle van de kas van KWG onregelmatigheden zijn geconstateerd in de uitgaven van de aan werknemer verstrekte pinpas. Werknemer is uitgenodigd voor een gesprek maar verschijnt niet, waarna hij op 14 april 2025 op staande voet is ontslagen. In de ontslagbrief is vermeld dat uit onderzoek is gebleken dat er een grote hoeveelheid contant geld is gepind met de bankpas die aan werknemer als coördinator is verstrekt. Werkgever heeft aangifte van verduistering gedaan. Werknemer verzoekt vernietiging van het ontslag op staande voet en veroordeling van werkgever tot betaling van een transitievergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en een billijke vergoeding. Werkgever verzoekt een verklaring voor recht (a) dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven, (b) dat werknemer onrechtmatig heeft gehandeld en (c) dat geen transitievergoeding is verschuldigd. Tevens verzoekt werkgever werknemer te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding ad € 30.500.

Oordeel

Werknemer heeft berust in het ontslag op staande voet zodat het ontslag onherroepelijk is. Naar het oordeel van de kantonrechter is er sprake van een dringende reden omdat werknemer niet heeft weersproken dat hij in de periode 4 februari 2025 tot en met 25 maart 2025 een bedrag van € 30.500 heeft opgenomen met de bankpas, die aan hem als coördinator van de KWG was verstrekt. Werknemer heeft geen plausibele verklaring gegeven voor de opname van de gelden. De opname van gelden bedoeld voor de KWG en de jongeren heeft werknemer voor zichzelf gehouden. Dat is ernstig verwijtbaar. Ook oordeelt de kantonrechter dat het ontslag op staande voet onverwijld is gegeven. Werknemer heeft geen recht op een gefixeerde schadevergoeding, billijke vergoeding en transitievergoeding. Het verzoek van werkgever om werknemer te veroordelen tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding wordt toegewezen omdat er sprake is van een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet. Ook de door werkgever gevorderde schadevergoeding van € 30.500 houdt verband met het ontslag op staande voet. Een werknemer is jegens de werkgever aansprakelijk voor de schade die hij bij de uitvoering van de overeenkomst aan de werkgever toebrengt, indien deze schade het gevolg is van zijn opzet of bewuste roekeloosheid. Werkgever heeft voldoende onderbouwd dat werknemer de door hem gepinde bedragen voor zichzelf heeft gehouden. Door zo te handelen heeft hij als niet-goed werknemer schade toegebracht aan werkgever en is hij aansprakelijk voor die schade, omdat die het gevolg is van zijn opzet en hij zodoende onrechtmatig heeft gehandeld ten aanzien van werkgever.