Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 30 april 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:8284
Feiten
Werkneemster (geboren 1996) is sinds 1 september 2024 in dienst van Wizzconcept op basis van een arbeidsovereenkomst van zeven maanden in de functie van planner, telefoniste en medewerkster klantenservice. Op 24 oktober heeft werkneemster zich ziekgemeld wegens stressklachten als gevolg van een auto-ongeluk van haar vader. Op 14 november heeft Wizzconcept werkneemster uitgenodigd op gesprek te komen. Werkneemster heeft aangegeven niet in staat te zijn te komen. Wizzconcept heeft vervolgens het loon over november niet betaald en tevens aangeven ontevreden te zijn over haar functioneren. Op 9 december is werkneemster op staande voet ontslagen. Wizzconcept voert onder meer aan dat werkneemster daags na de proeftijd meermalen uitviel met psychische klachten waarover zij Wizzconcept voorafgaand aan het dienstverband niet had geïnformeerd. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat Wizzconcept bekend was met haar pleinvrees en zij om die reden een 'thuiswerkfunctie' mocht bekleden.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Causaal verband tussen (psychische) klachten en ongeschiktheid voor de functie ontbreekt, waardoor ontslag op staande voet ongeldig is
De kantonrechter stelt voorop dat een meldingsplicht ten aanzien van ongeschiktheid bij een sollicitatie alleen bestaat voor zover de ziekte de sollicitant ongeschikt maakt voor de functie, en de sollicitant dit ook weet, althans had moeten begrijpen. Het feit dat iemand een ziekte heeft of in het verleden heeft gehad, maakt namelijk nog niet dat sprake is van ongeschiktheid voor de functie. Het is aan de werkgever om te stellen – en zo nodig te bewijzen – dat de werknemer tijdens de sollicitatie een meldingsplicht had, waarbij een verband tussen de aard van de functie en de beperkingen van de werknemer aannemelijk gemaakt moeten worden. De kantonrechter is van oordeel dat van een dergelijk verband als hier bedoeld geen sprake is. Hierbij weegt mee dat werkneemster onweersproken vier weken goed heeft gefunctioneerd. Verder is van belang dat werkneemster niet is uitgevallen vanwege haar pleinvrees maar vanwege het auto-ongeluk van haar vader, met wie zij in huis woont, in combinatie met de zorg die zij in dat kader moest verlenen en de stress die dat veroorzaakte. Daarbij is niet gebleken van ernstige psychische klachten. Het feit dat werkneemster vanwege haar pleinvrees onder behandeling is bij een therapeut, maakt dit niet anders. Ook blijkt niet uit de stukken dat werkneemster zich in een korte periode drie keer op en af ziek en beter heeft gemeld. Aan dit standpunt van Wizzconcept gaat de kantonrechter dan ook voorbij. Uit e-mails blijkt bovendien dat werkneemster werkgever over haar angststoornis had geïnformeerd. Kortom, het ontslag op staande voet is niet rechtsgeldig verleend.
Billijke vergoeding en gefixeerde schadevergoeding wegens voortijdig beëindigen tijdelijk contract
Aan werkneemster wordt een billijke vergoeding toegekend van € 10.368 bruto. Aangenomen wordt dat werkneemster tot einde dienstverband (31 maart 2025) in dienst zou zijn gebleven. Anderzijds wordt het korte dienstverband en de huidige arbeidsmarkt (ook voor werkneemster met pleinvrees) als een mitigerende omstandigheid betrokken. Bovendien komt werkneemster de gefixeerde schadevergoeding (€ 7.776) en de transitievergoeding (€ 237,30) toe.