Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/ Veldhuizen Gevelrenovatie B.V.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 4 augustus 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:4853
Het door werknemer op Marktplaats te koop aanbieden van een eigendom (combihamer) van zijn werkgever en levert een dringende reden voor ontslag op.

Feiten

Werknemer is op 7 november 2022 bij Veldhuizen in dienst getreden. In juni 2024 valt het Veldhuizen op dat er regelmatig machines en apparaten ontbreken. Veldhuizen ziet dat een door haar aangekochte combihamer op Marktplaats te koop wordt aangeboden. Op 30 juli 2024 reageert Veldhuizen op de advertentie en maakt een afspraak om de combihamer op te halen. Het blijkt te gaan om het woonadres van werknemer. Op 31 juli 2024 gaat Veldhuizen samen met de politie naar het adres waar werknemer aanwezig is. De politie neemt onder meer de combihamer in beslag. Veldhuizen ontslaat werknemer nog diezelfde dag op staande voet. De advocaat van Veldhuizen bevestigt het op 31 juli 2024 gegeven ontslag op staande voet in de brief van 2 augustus 2024. Op 31 juli 2024 is namens Veldhuizen bij de politie telefonisch aangifte gedaan. Werknemer stelt zich op het standpunt dat het ontslag niet voldoet aan de wettelijke vereisten en heeft bij de kantonrechter aanspraak gemaakt op betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, een billijke vergoeding en de transitievergoeding. De kantonrechter heeft in de bestreden beschikking geoordeeld dat sprake is van een dringende reden voor ontslag en dat het ontslag ook onverwijld is gegeven. Werknemer is het met die beslissingen niet eens voor zover deze zien op het niet toekennen van vergoedingen aan hem en heeft daarom hoger beroep ingesteld.

Oordeel

Werknemer voert in hoger beroep aan dat het ontslag op staande voet niet onverwijld is gegeven. Verder vindt hij het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig omdat er geen sprake is van een dringende reden. Voorts voert hij aan dat de transitievergoeding ten onrechte is afgewezen.

Onverwijldheid

De stelling van werknemer dat het ontslag niet onverwijld is gegeven wordt verworpen. Dat de onverwijldheid niet pas gaat lopen op het moment waarop de dringende reden komt vast te staan, maar al op het moment dat het vermoeden van een dringende reden ontstaat – zoals werknemer stelt – is juist, maar niet is gebleken dat Veldhuizen al vóór het aantreffen van haar eigendommen bij werknemer thuis, het geïndividualiseerd en geconcretiseerd vermoeden had dat werknemer betrokken was bij het wegmaken van de voegmolen en/of bij het te koop aanbieden van een kabelhaspel op Marktplaats. 

Dringende reden

Het hof is van oordeel dat uit de nadere stukken die Veldhuizen naar voren heeft gebracht voldoende blijkt dat sprake is van het op Marktplaats te koop aanbieden van een eigendom van zijn werkgever en dat dit in beginsel een dringende reden voor ontslag oplevert. Werknemer heeft ook erkend dat hij op Marktplaats een combihamer te koop heeft aangeboden met foto’s van de combihamer van Veldhuizen, maar stelt dan - voor het eerst tijdens de mondelinge behandeling - dat hij helemaal niet van plan was die combihamer van Veldhuizen aan een geïnteresseerde koper te verkopen, maar een oude combihamer. Op de vraag van het hof hoe deze stelling zich verhoudt tot het feit dat de politie maar één combihamer in het huis heeft aangetroffen, heeft werknemer verklaard dat de ‘oude’ combihamer zich in de slaapkamer bevond en dat de politie de slaapkamer niet goed heeft doorzocht. Het hof is van oordeel dat werknemer niet alleen te laat is met deze stelling, wat strijd oplevert met de zogenoemde tweeconclusieregel, maar acht deze verklaring van werknemer daarnaast niet geloofwaardig. Het hof is van oordeel dat werknemer Veldhuizen een dringende reden heeft gegeven voor een ontslag op staande voet. Niet gebleken is van persoonlijke omstandigheden die afgezet tegen de aard en ernst van de dringende reden zo zwaar wegen dat Veldhuizen niet tot het ontslag op staande voet had mogen overgaan. Het hof is met de kantonrechter van oordeel dat in dit geval ook sprake is van ernstige verwijtbaarheid. Werknemer heeft dan ook geen recht op een transitievergoeding.