Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 27 augustus 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:10397
Werknemer heeft zijn werkzaamheden niet vanuit Rotterdam, maar vanuit het buitenland verricht. De zaak wordt verwezen naar de rechtbank Amsterdam, de rechtbank van de vestigingsplaats van de werkgever.

Feiten

Werknemer is op 5 augustus 2025 op staande voet ontslagen door werkgever. Hij verzoekt vernietiging van het ontslag, doorbetaling van loon, doorverwijzing naar de bedrijfsarts, betaling van een schadevergoeding van € 346.000 en een voorlopige voorziening. Het verzoekschrift is ingediend bij de rechtbank Rotterdam. Werkgever heeft aangevoerd dat de rechtbank Amsterdam bevoegd is, omdat werknemer zijn werkzaamheden niet in Rotterdam verrichtte. Uit de loggegevens blijkt dat werknemer de laatste maanden vanuit het buitenland werkte, hetgeen hij heeft erkend. Volgens de Gemeentelijke Basisadministratie is werknemer sinds 2021 geëmigreerd.

Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. De werkzaamheden zijn de laatste maanden niet vanuit Rotterdam verricht. Er zijn onvoldoende aanknopingspunten om de bevoegdheid van de rechtbank Rotterdam aan te nemen. Op grond van het vestigingsadres van werkgever is de rechtbank Amsterdam bevoegd. De zaak wordt daarom verwezen naar de rechtbank Amsterdam, in de stand waarin deze zich bevindt.