Naar boven ↑

Rechtspraak

X/Y
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 24 juli 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:3824
Partijen hebben tijdens het sollicitatietraject nog geen overeenstemming bereikt over een arbeidsovereenkomst. X heeft er ook niet gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat dat alsnog zou gebeuren. Geen sprake van onrechtmatig afbreken onderhandelingen.

Feiten

Mevrouw X heeft op 10 februari 2025 bij Y B.V. gesolliciteerd voor de functie van Product Lead Financieel Domein. Er hebben sollicitatiegesprekken plaatsgevonden, X heeft een rondleiding gekregen door het gebouw van Y en partijen hebben met elkaar gecorrespondeerd. Op 18 maart 2025 heeft een arbeidsvoorwaardengesprek plaatsgevonden. Er zijn afspraken gemaakt over de ingangsdatum (1 april 2025), het loon, de uren-omvang, het aantal vakantiedagen, de pensioenpremie, de reisvergoeding, telefoon, lunchgeld en thuiswerkvergoeding. Op 24 maart 2025 heeft Y aan X de schriftelijke arbeidsovereenkomst gestuurd, ter ondertekening. X heeft in een e-mail aan de HR afdeling van Y laten weten dat zij met een 16-tal artikelen niet wilde instemmen, omdat partijen daar volgens haar niet over hadden gesproken. Y heeft vervolgens aangegeven de sollicitatieprocedure en de onderhandelingen over de inhoud van de arbeidsovereenkomst niet voort te zetten. X stelt zich thans op het standpunt dat tussen partijen reeds overeenstemming was bereikt over een arbeidsovereenkomst en zo niet, dat X er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat dat alsnog zou gebeuren. X verzoekt in beide gevallen veroordeling van Y tot betaling van een vergoeding.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt.

Overeenstemming?

Partijen hebben een aantal gesprekken gevoerd. Op basis daarvan waren beide partijen positief over het vooruitzicht met elkaar te gaan samenwerken en zij hebben dat vertrouwen ook naar elkaar uitgesproken. Dat partijen het op hoofdzaken eens zijn,betekent echter niet zonder meer dat er ook al een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen of naar alle waarschijnlijkheid zal komen. Y heeft er in een e-mail van 19 maart 2025 nadrukkelijk op gewezen dat er nog een schriftelijke arbeidsovereenkomst zou worden opgestuurd. Het ligt in de lijn der verwachting dat daar meer in staat dan het selecte aantal voorwaarden waar partijen het tot dat moment over eens zijn geworden. De beoogde functie van X is bovendien van dien aard dat van haar verwacht mag worden dat zij zich realiseert dat een arbeidsovereenkomst op dat niveau doorgaans meer omvat dan de summiere punten die in de e-mail van 19 maart 2025 door Y waren bevestigd. Daarbij merkt de kantonrechter op dat de voorwaarden in de arbeidsovereenkomst waarmee X het uiteindelijk niet eens was, voorwaarden zijn waarvan het op zich redelijk gebruikelijk is dat zij in arbeidsovereenkomsten (kunnen) worden opgenomen. Dat betekent dat zij er bedacht op had moeten zijn dat die voorwaarden in de arbeidsovereenkomst zullen staan en dat daar mogelijk nog over overlegd zal moeten worden. Partijen waren er, ondanks het wederzijdse vertrouwen dat het wel goed zou komen, simpelweg nog niet. De kantonrechter is van oordeel dat Y ook niet de indruk heeft gewekt dat dat wel zo was. Er is daarom naar het oordeel van de kantonrechter geen arbeidsovereenkomst tot stand gekomen.

Gerechtvaardigd vertrouwen?

De kantonrechter oordeelt dat X er ook nog niet gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat er een arbeidsovereenkomst tot stand zou komen en dat er geen sprake is van het onrechtmatig afbreken van onderhandelingen. Over een flink aantal gebruikelijke voorwaarden in de arbeidsovereenkomst was nog niet gesproken tussen partijen en X heeft duidelijk laten weten niet in te stemmen met de voorwaarden die Y in de arbeidsovereenkomst had opgenomen. De wijze waarop zij dat heeft gedaan was voor Y de reden om daarover niet verder te onderhandelen met X. Y had er geen vertrouwen meer in dat het tot een vruchtbare samenwerking zou kunnen komen en wilde daarom niet verder in gesprek met X. De kantonrechter vindt dat niet onbegrijpelijk en daarom hoeft Y ook de vergoeding die op die grondslag is verzocht niet te betalen. Alle verzoeken van X worden afgewezen.