Naar boven ↑

Rechtspraak

Citytec B.V./werknemer
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 30 juni 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:7194
Werknemer heeft zakelijke tankpas tegen de afspraken in ook gebruikt voor privédoeleinden en dient benzinekosten gedeeltelijk aan werkgever terug te betalen.

Feiten

Werknemer is in dienst geweest van Citytec B.V. In de onderhavige zaak gaat het om de vraag of werknemer de vordering van Citytec, bestaande uit brandstofkosten wegens ongeoorloofd gebruik van de tankpas die Citytec gedurende het dienstverband aan werknemer ter beschikking heeft gesteld, moet betalen.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Tussen partijen staat vast dat de door Citytec aan werknemer ter beschikking gestelde tankpas alleen gebruikt mocht worden voor zakelijke tankbeurten. Citytec verwijt werknemer echter dat hij de tankpas ook heeft gebruikt voor privédoeleinden. Citytec heeft naar het oordeel van de kantonrechter voldoende (met stukken) aangetoond dat werknemer de tankpas voor privédoeleinden heeft gebruikt. Werknemer heeft op zijn beurt onvoldoende toegelicht en onderbouwd waarom hij gedurende zijn dienstverband bij Citytec 147 keer benzine heeft getankt terwijl de aan hem ter beschikking gestelde voertuigen (overwegend) op diesel reden. Dat geldt temeer nu uit de door Citytec overgelegde overzichten volgt dat er ook benzine is getankt op tijdstippen en dagen dat werknemer niet werkte en er op sommige dagen zowel diesel als benzine is getankt. Werknemer hoeft echter niet het volledige door Citytec gevorderde bedrag te betalen. Uit het overgelegde overzicht blijkt namelijk dat werknemer ook een aantal keer in benzineauto’s heeft gereden, waarvoor hij logischerwijs benzine heeft moeten en mogen tanken. Verder heeft werknemer terecht aangevoerd dat ook anderen in de bedrijfsbussen van Citytec hebben gereden en werknemer op die dagen dus geen gebruik kon maken van de bedrijfsbussen. De kantonrechter gaat ervan uit dat werknemer op die dagen vervangend vervoer nodig had en daar ook benzine voor heeft mogen tanken. Op basis van de gegevens die partijen hebben overgelegd is het voor de kantonrechter echter niet mogelijk om exact vast te stellen voor welk bedrag werknemer privé heeft getankt en voor welk bedrag zakelijk. Indien schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, mag de kantonrechter op basis van artikel 6:97 BW de schade schatten. Hierbij beschikt de kantonrechter over een zekere mate van vrijheid. De kantonrechter zal bij het schatten van de schade als uitgangspunt nemen dat een benzineauto gemiddeld 1:16 rijdt, de gemiddelde benzineprijs destijds € 2 bedroeg en werknemer gemiddeld genomen 160 zakelijke kilometer per dag reed. Dit leidt tot een toe te wijzen bedrag van € 5.436,56. Wat betreft de negatieve eindafrekening heeft Citytec met de overgelegde stukken voldoende onderbouwd dat werknemer in 2023 meer verlofuren heeft opgenomen dan waar hij recht op had. De kantonrechter gaat daarom uit van de juistheid van de door Citytec overgelegde stukken en wijst het gevorderde bedrag van € 3.08,95 toe. Volgt veroordeling van werknemer tot betaling van in totaal € 5.745,51.