Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 22 juli 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:3530
Feiten
Werkneemster is op 31 maart 2021 in dienst getreden bij Albert Heijn als medewerkster verkoopklaar (kassawerkzaamheden). Op haar arbeidsovereenkomst zijn de Ahold Delhaize Code of Ethics en Winkelspelregels van toepassing, waaronder een zerotolerancebeleid bij het benadelen van werkgever. Op 18 februari 2025 meldde een klant een incident waarbij werkneemster op 10 februari 2025 producten niet zou hebben gescand na een verzoek om korting van een groep jongens. Onderzoek met camerabeelden en kassagegevens bevestigde dat twee van de vijf producten en een plastic tas niet waren gescand. Werkneemster werd hierover gehoord, ontkende opzet, maar tekende een schuldbekentenis. Ze werd direct geschorst. Op 20 februari 2025 volgde ontslag op staande voet. Werkneemster betwiste het ontslag, stelde zich beschikbaar voor werk en wijzigde haar verzoek in de procedure naar toekenning van een billijke vergoeding, loon over de opzegtermijn en transitievergoeding.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Albert Heijn heeft werkneemster terecht op staande voet ontslagen vanwege ernstig verwijtbaar handelen. Het ontslag is rechtsgeldig, onverwijld gegeven en de procedure is correct gevolgd. Daarom worden de verzoeken van werkneemster afgewezen.
Dringende reden
Een ontslag op staande voet is alleen toegestaan bij een dringende reden, zoals misleiding of diefstal. Uit het onderzoek blijkt dat werkneemster twee producten en een tas niet heeft gescand, waardoor Albert Heijn financieel is benadeeld. Camerabeelden en kassabonnen bevestigen dit. Het is niet aannemelijk dat dit per ongeluk is gebeurd, mede omdat werkneemster het zerotolerancebeleid kende. Daarom is er sprake van een dringende reden voor het ontslag.
Onverwijld
Het ontslag is onverwijld gegeven nadat Albert Heijn op 18 februari 2025 van het incident op de hoogte werd gesteld. Op die dag is werkneemster gehoord en is hoor en wederhoor toegepast. Dat het incident eerder plaatsvond, doet hier niet aan af. Het feit dat werkneemster de videobeelden niet direct mocht inzien tijdens het gesprek, is verklaard door privacyregels, en zij heeft de beelden later wel kunnen zien.