Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 7 april 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:13583
Feiten
Stichting Nationaal ICT Instituut in de Zorg (hierna: Nictiz) is een stichting met als doel het bevorderen van digitale informatie-uitwisseling binnen de zorgsector. Werknemer is sinds 20 januari 2020 in dienst bij Nictiz in de functie van businesscontroller met een loon van € 7.445,00 bruto per maand, 8% vakantietoeslag en een vaste toeslag van € 288 per maand. Er is een personeelsreglement van toepassing met daarin opgenomen bepalingen over de vakantietoeslag. Er vinden personeelswisselingen binnen het team finance plaats. Werknemer krijgt een nieuwe leidinggevende, die met hem het jaarlijkse functioneringsgesprek voert dat uiteindelijk uitmondt in een verbeterplan van drie maanden. Werknemer geeft te kennen zich niet te herkennen in de door Nictiz aangegeven verbeterpunten op zijn functioneren. Er volgt een ziekmelding naar aanleiding waarvan de bedrijfsarts adviseert een bedrijfspsycholoog in te schakelen en een conflictbemiddeling te starten. De conflictbemiddeling wordt opgevolgd door een mediation en een de-escalatietraject, dat ook geen resultaat oplevert. Partijen slagen er niet in overeenstemming te bereiken over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Nictiz verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding, onder toekenning van een transitievergoeding. Werknemer verzoekt primair de verzochte ontbinding af te wijzen en subsidiair naast de transitievergoeding een billijke vergoeding van € 178.211,80 toe te kennen. Verder maakt hij aanspraak op nabetaling van de gewerkte uren tijdens zijn arbeidsongeschiktheid tegen 100% loon, vergoeding van de thuiswerkvergoeding en internetvergoeding en veroordeling van Nictiz tot correctie van het in mindering brengen van de verplichte vrije dagen op het verlofsaldo.
Oordeel
De kantonrechter is van oordeel dat er nog wel sprake is van arbeidsongeschiktheid. De omstandigheden die Nictiz aan het verzoek ten grondslag heeft gelegd, het meningsverschil over het functioneren van werknemer en het daaruit ontstane arbeidsconflict, staan echter los van de arbeidsongeschiktheid en zijn op zichzelf voldoende voor een voldragen ontslaggrond. De arbeidsrelatie was al voor de ziekmelding op 8 september 2023 verstoord en dat Nictiz tijdens zijn ziekte de relatie verder heeft verstoord omdat zij hem een verbetertraject wilde opleggen, heeft zij gemotiveerd weersproken. Nictiz heeft als reden voor de verstoorde verhouding gesteld dat werknemer het niet eens was met de kritiek op zijn functioneren en zeer boos werd toen hem een verbetertraject werd opgelegd. Deze feitelijke gang van zaken heeft werknemer niet betwist. Hij heeft ter zitting desgevraagd ook bevestigd dat hij van mening is dat hij geen verbetertraject behoeft te doorlopen omdat hij zijn werk altijd goed heeft gedaan en nooit eerder daarop is aangesproken. Op grond van hetgeen Nictiz heeft gesteld was daar ook voldoende aanleiding toe en dat er nooit eerder met hem gesprekken zijn gevoerd over zijn functioneren – hetgeen Nictiz gemotiveerd heeft betwist, staat daar ook niet aan in de weg. Dat tussen partijen toen een arbeidsconflict is ontstaan dat te wijten is aan werknemer, staat naar het oordeel van de kantonrechter vast. De verstoring van de relatie is ook ernstig. Dat blijkt al uit het feit dat re-integratie in het eerste spoor niet mogelijk is gebleken. Herplaatsing ligt niet (meer) in de rede. De ontbinding wordt toegewezen waarbij Nictiz een transitievergoeding dient te betalen. De kantonrechter is met Nictiz van oordeel dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen en/of nalaten van de zijde van Nictiz. De kantonrechter wijst het verzoek tot toekenning van een billijke vergoeding dan ook af. Het verzoek tot nabetaling van de gewerkte uren tijdens zijn arbeidsongeschiktheid tegen 100% loon, vermeerderd met vakantiegeld en eindejaarsuitkering daarover, wordt afgewezen omdat vaststaat dat dit data betreft binnen het tweede jaar van het ziekte verzuim. Het verzoek met betrekking tot de thuiswerkvergoeding en internetvergoeding wordt afgewezen en het verzoek tot terugboeking van vakantiedagen wordt toegewezen.