Werknemer had geen recht op volledige loondoorbetaling. Gemeente Amsterdam mocht na één jaar ziekte 70% loon betalen, nu geen sprake was van situatieve arbeidsongeschiktheid.

Loon arbeidsongeschikte werkneemster terecht opgeschort. Werkneemster heeft geen goede onderbouwing gegeven waarom zij niet heeft gereageerd op verzoek werkgever en arbodienst om contact op te nemen.

Werkgever mocht het loon niet stopzetten wegens vermeende re-integratieweigering. Achterstallig loon over drie maanden moet alsnog worden betaald.

Kort geding. Loon zieke werkneemster berekend op jaargemiddelde omdat de laatste drie maanden niet representatief zijn. Verweer tegen verrekening door werkgeefster in bodemprocedure kansrijk.

Vordering tot loondoorbetaling tijdens ziekte wordt toegewezen. Werknemer verdiende minder dan het minimumloon tijdens ziekte en minimumloon is niet vatbaar voor verrekening.

Werknemer heeft arbeidsovereenkomst niet ondubbelzinnig opgezegd en werkgeefster evenmin. Omdat werknemer zijn opzegging niet tijdig vernietigde en onvoldoende aannemelijk maakte dat hij arbeidsongeschikt was, strandt zijn loonvordering en wordt een deskundigenverklaring verlangd.

Gepensioneerde werknemer krijgt bewijsopdracht voor zijn stelling dat hij vanaf juni 2020 fulltime voor werkgever heeft gewerkt en dat twee bedrijfsongevallen hebben plaatsgevonden.

Werkgever bij verstek veroordeeld tot betaling (achterstallig) salaris, met wettelijke verhoging (15%) en rente.

Loonvordering en vordering wedertewerkstelling afgewezen, omdat niet is gebleken dat vorderingen werknemer in bodemprocedure een voldoende aannemelijke kans van slagen hebben. Ook is sprake van een restitutierisico, aangezien loon in beginsel wordt uitgegeven.

Werknemer vordert in kort geding loondoorbetaling (tijdens ziekte), terwijl schriftelijke arbeidsovereenkomst ontbreekt. Bestaan/aard arbeidsovereenkomst en hoogte salaris onvoldoende duidelijk; kort geding leent zich niet voor nadere bewijslevering. Afwijzing loonvordering.