Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 24 april 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:4469
Feiten
RAS is opgericht door de sociale partners, verbonden aan de cao voor het schoonmaak- en glazenwassersbedrijf (hierna: de cao), en heeft ten doel het naleven en toepassen van de cao-afspraken. De cao is algemeen verbindend verklaard van 9 juni 2022 tot en met 31 december 2025. Deelneming in het Bedrijfstakpensioenfonds Schoonmaak is verplicht voor werknemers in dienst van een onderneming die een schoonmaak- en glazenwassersbedrijf uitoefent. RAS heeft met een brief van 30 augustus 2022 aan werkgever een boete opgelegd van € 5.000 wegens het niet aanleveren van gegevens voor een hercontrole op naleving van de cao. De onderhavige procedure tussen RAS en het Bedrijfstakpensioenfonds Schoonmaak enerzijds en werkgever anderzijds draait om de vraag of werkgever moet worden veroordeeld tot betaling van € 5.000 boete.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. De boete is blijkens de brief van 30 augustus 2022 opgelegd door RAS. RAS is echter niet bevoegd om een boete op te leggen op grond van het Uitvoeringsreglement Bedrijfstakpensioenfonds. Alleen ‘het fonds’ of ‘het bestuur’ genoemd in artikel 5.2 lid 7 van het Uitvoeringsreglement Bedrijfstakpensioenfonds is daartoe bevoegd, en dat is in ieder geval niet RAS. Een boete kan voorts op grond van artikel 5.2 lid 7 van het Uitvoeringsreglement Bedrijfstakpensioenfonds alleen worden opgelegd vanwege een schending van verplichtingen in het kader van de vaststelling van premie, niet in het kader van een schending van de naleving van de cao. Uit de brief van RAS van 30 augustus 2022 blijkt dat de boete is opgelegd vanwege een schending van de cao. Daarvoor biedt artikel 5.2 lid 7 van het Uitvoeringsreglement Bedrijfstakpensioenfonds geen grondslag. Verder kan het Uitvoeringsreglement Bedrijfstakpensioenfonds hoe dan ook geen grondslag opleveren voor het opleggen van een boete, ook niet door het Bedrijfstakpensioenfonds Schoonmaak. Uit artikel 5.2 lid 7 van het Uitvoeringsreglement Bedrijfstakpensioenfonds blijkt naar het oordeel van de kantonrechter namelijk niet, althans onvoldoende, welke rechtspersoon of welk orgaan bevoegd is om de boete op te leggen. In dat artikel staat dat ‘het bestuur’ een boete kan opleggen, maar niet duidelijk is wie met ‘het bestuur’ wordt bedoeld. Afwijzing van de vordering van het Bedrijfstakpensioenfonds Schoonmaak en RAS volgt.