Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 13 februari 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:4212
Feiten
Werknemer is sinds 1 april 2007 in dienst bij System Rescue Services B.V. (‘SRS’) in de functie van accountmanager op basis van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde tijd. In deze arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. Bij brief van 24 november 2023 heeft werknemer de arbeidsovereenkomst opgezegd met ingang van 1 februari 2024. Op 31 januari 2024 zijn partijen een relatiebeding overeengekomen met een werkingsduur van twaalf maanden tot en met 31 januari 2025. In dit relatiebeding staat: ‘Het is werknemer verboden om binnen een tijdvak van 12 maanden na beëindiging van de arbeidsovereenkomst – direct of indirect – op welke wijze dan ook – contact te hebben met de in de bijlage opgesomde klanten en/of relaties van SRS. (…) Bij overtreding van dit verbod, verbeurt werknemer aan en ten behoeve van SRS een opeisbare boete van € 10.000,- per overtreding.’ Dit relatiebeding komt in de plaats van het in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentiebeding. Bij brief van 8 mei 2024 en per e-mail van 15 mei 2024 heeft de gemachtigde van SRS aan werknemer geschreven dat hij het relatiebeding heeft geschonden door contact te hebben met AM B.V. Ook heeft hij via LinkedIn een bericht gestuurd aan een medewerker van de gemeente Haarlem en aannemersbedrijf Den Dubbelden. SRS vordert onder meer dat de kantonrechter voor recht verklaart dat werknemer de afspraken in de overeenkomst van 31 januari 2024 heeft geschonden en dat werknemer wordt veroordeeld tot betaling van een boete van € 20.000. Werknemer voert verweer en betwist dat hij de afspraken heeft geschonden. Volgens werknemer heeft hij alleen contacten in de privésfeer gehad met de genoemde relaties en is dat geen schending van de afspraken.
Oordeel
Voor de vraag of werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van het relatiebeding is allereerst van belang wat de strekking en/of reikwijdte van het relatiebeding is. Hiertoe acht de kantonrechter relevant dat het gaat om een relatiebeding dat na uitvoerige onderhandelingen (via hun rechtshulpverleners) tussen partijen is overeengekomen in verband met het einde van de arbeidsovereenkomst en dat het een relatiebeding is dat een eerder overeengekomen concurrentiebeding vervangt. Daarom moet het relatiebeding strikt worden uitgelegd en zijn de bewoordingen bepalend voor de uitleg. Daarbij weegt mee dat het voor werknemer ook duidelijk was of moest zijn dat de bewoordingen en strikte uitleg daarvan van belang waren voor SRS en dat hij daaraan gehouden zou worden.
De bewoordingen in het relatiebeding zijn naar het oordeel van de kantonrechter duidelijk en niet voor meerdere uitleg vatbaar. Het gaat om een strikt contactverbod. Verder is niet is gebleken dat het in afwijking van deze duidelijke bewoordingen de bedoeling van partijen is geweest om het relatiebeding te beperken tot contacten met een zakelijk karakter. De kantonrechter is het met SRS eens dat het voor de hand ligt om juist geen onderscheid te maken naar de aard van het contact, omdat voor SRS niet is te controleren of een contact zakelijk of privé van aard is. Dat de persoonlijke levenssfeer van werknemer mogelijk door dit relatiebeding wordt beperkt, maakt dit oordeel niet anders. Daarmee heeft werknemer immers ingestemd en SRS heeft bij die beperking een gerechtvaardigd belang. De door SRS gevraagde verklaring voor recht wordt daarom toegewezen.
De kantonrechter ziet voldoende aanleiding om de gevorderde boete te matigen. Werknemer heeft op zitting verklaard dat de betreffende contacten met de medewerker van de gemeente Haarlem en de medewerker van aannemersbedrijf Den Dubbelden slechts een zeer beperkt karakter hebben en gaan om een korte felicitatie met een behaald resultaat en een nieuwe baan. De kantonrechter stelt vast dat de overgelegde screenshots van de LinkedIn-berichten deze verklaring van werknemer bevestigen. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat deze schending van het relatiebeding van een zeer beperkte aard en omvang is geweest. Verder weegt mee dat niet is gesteld of gebleken dat er sprake is van meer (omvattende) contacten. Daarnaast is niet gebleken dat SRS daadwerkelijk schade heeft geleden door de overtreding van het relatiebeding. Gelet op het voorgaande matigt de kantonrechter de boete tot 10%, dus tot € 2.000.