Naar boven ↑

Rechtspraak

Picnic c.s. /Vakcentrum, Beroepsorganisatie van Zelfstandige Detaillisten c.s.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 24 juni 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:3772
E-commercewerkgevers Picnic en Flink vallen onder de cao Levensmiddelenbedrijf.

Feiten

Werkgeversorganisatie Vakcentrum en de werknemersorganisaties FNV en CNV (hierna: Vakcentrum c.s.) sluiten al vele jaren samen de cao voor het Levensmiddelenbedrijf af (hierna: de cao LMB). Deze cao is in verschillende perioden algemeen verbindend verklaard. Picnic Fulfilment en Flink B.V. (hierna: Picnis c.s.) zijn van mening dat de werkzaamheden die zij verrichten zodanig anders zijn dan die van een reguliere supermarkt dat zij niet onder de werkingssfeer van de cao vallen. Naar aanleiding van een uitspraak van de kantonrechter Amsterdam van 3 december 2019 (zie AR 2019-1292) hebben de sociale partners de definitie van ‘werkgever’ in de cao LMB uitgebreid. De cao LMB is van 13 september 2022 tot en met 1 juli 2023 algemeen verbindend verklaard. Op 2 december 2021 is Vereniging ECN opgericht, die optreedt als werkgeversvereniging in de e-commercesector. Vereniging ECN en werknemersvereniging De Unie hebben in 2021 samen de cao E-commerce Nederland gesloten met een looptijd van 10 december 2021 tot en met 30 april 2025. Picnic, Picnic Hubs, Flink en Hofweb (hierna: de e-commercewerkgevers) zijn werkgevers die de cao E-commerce Nederland toepassen. Op 6 september 2022 heeft de minister het verzoek tot algemeenverbindendverklaring van de cao E-commerce Nederland afgewezen omdat deze nieuwe cao overlap veroorzaakt met de doorgaans algemeen verbindend verklaarde cao LMB. Picnic c.s. heeft van de minister bij beschikking van 1 mei 2024 dispensatie gekregen van de algemeen verbindend verklaarde cao LMB 2023-2024, tot en met 1 juli 2024. De rechtbank is in eerste aanleg tot het oordeel gekomen dat de activiteiten van Picnis c.s. onder de werkingssfeer van de cao LMB vallen. Zij zijn gehouden die cao LMB in de periode van 13 september 2022 tot en met 1 juli 2023 toe te passen op hun werknemers, voor zover die niet vallen onder in de cao genoemde uitzonderingen van artikel 1 van de cao. Tegen dit oordeel komt Picnic c.s. in hoger beroep op.

Oordeel

Uitleg werkingssfeer en definitie

De werkingssfeerbepaling van de cao in combinatie met de opgenomen definities (artikel 1 en 2 van de cao) levert onduidelijkheden op. Het hof ziet geen reden om bij de toetsing af te wijken van de cao-norm en zal bij de uitleg van artikel 1 en 2 van de cao LMB de cao-norm toepassen. Het hof legt de samenloopbepaling anders uit dan Picnic c.s. Het hof stelt vast dat er sprake is van een aan de activiteiten van de werkgever gekoppelde werkingssfeerbepaling. Daarbij is de bepalende activiteit het exploiteren van een of meer winkels (zoals gedefinieerd in de cao), dan wel activiteiten die samenhangen met de exploitatie van die winkel(s); dit laatste kort gezegd als het een groepsvennootschap betreft van een rechtspersoon die de winkel(s) exploiteert. Hoewel de samenloopbepaling is opgenomen bij de definitie van ‘winkel’ (artikel 2 onder a) moet die bepaling naar het oordeel van het hof worden gelezen in samenhang met de definitie van ‘werkgever’ (artikel 2 onder c). Het hof constateert dat Picnic c.s. niet hebben aangetoond dat de hoofdactiviteit van Picnic en Picnic Hubs een andere is dan de exploitatie van een fysieke of virtuele winkel of daarmee samenhangende activiteiten. De samenloopbepaling verhindert niet dat alle werknemers van Picnic en Picnic Hubs onder de cao vallen. De conclusie is dat de e-commercewerkgevers geen beroep kunnen doen op de samenloopbepaling. Het hof oordeelt dat toepassing van de cao LMB op Picnic c.s. ook niet leidt tot onaannemelijke rechtsgevolgen. Een beroep daarop is alleen relevant bij meerdere mogelijke tekstinterpretaties, maar Picnic c.s. hebben dit onvoldoende onderbouwd. De hogere lasten die voortvloeien uit hun eigen gekozen bedrijfsmodel (zoals bezorging vanuit distributiecentra) maken de cao-toepassing niet onaannemelijk. De door hen gestelde verschillen met fysieke supermarkten zijn bovendien niet zodanig dat toepassing van de cao onredelijk zou zijn. Ook het beroep op het kartelverbod faalt: de cao valt onder de vrijstelling van artikel 16 Mededingingswet. De verruiming van de werkingssfeer is evenmin in strijd met artikel 2 lid 5 sub c Wet AVV. Op basis van al het voorgaande leidt de concrete uitleg van artikel 1 en 2 van de cao ertoe dat de cao van toepassing is op de e-commercewerkgevers.

Recht op toeslagen op grond van artikel 7 en 8 cao

Artikel 8 van de cao heeft als opschrift ‘Afwijkende regels voor werknemers in distributiecentra’ waardoor werknemers in distributiecentra recht hebben op verschillende toeslagen. Omdat bij de e-commercewerkgevers werknemers in hubs, fulfilmentcenters en bezorgers niet zijn aan te merken als ‘werknemers in distributiecentra’ hoeven de e-commercewerkgevers aan hen niet de toeslagen uit artikel 8 van de cao te betalen. Artikel 7 is van toepassing op de werknemers werkzaam in hubs en fulfilmentcenters, ongeacht hoe de bedrijfsvoering (vennootschapsrechtelijk) is vorm gegeven. De werknemers van Picnic en Picnic Hubs die werkzaam zijn in hubs en fulfilmentcenters (inclusief bezorgers) komt daarom het recht toe op de toeslagen van artikel 7 van de cao.