Feiten

In deze zaak verzoekt werknemer (onder meer) om betaling van een transitievergoeding en achterstallig loon, nadat hij zelf ontslag op staande voet heeft genomen omdat de werkgever het loon niet tijdig en volledig heeft betaald. Werknemer is sinds 1 september 2024 in dienst bij J.F.M. B.V. op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in de functie van algemeen medewerker met een loon van € 1.795,50 bruto per maand. Op 13 november 2024 heeft werknemer ontslag op staande voet genomen. De ontslagbrief vermeldt als reden voor het ontslag dat J.F.M. B.V. ondanks herhaalde aanmaning heeft nagelaten het volledige salaris voor de maand oktober 2024 te betalen. Werknemer verzoekt een verklaring voor recht dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van J.F.M. als gevolg waarvan hij zich genoodzaakt heeft gezien op staande voet ontslag te nemen.

Oordeel

De kantonrechter wijst de verzoeken toe, omdat werkgever aan werknemer een dringende reden heeft gegeven om ontslag op staande voet te nemen en werkgever geen verweer heeft gevoerd. De kantonrechter oordeelt dat J.F.M. B.V.  het loon van werknemer niet tijdig en volledig heeft betaald, ondanks diverse betaalverzoeken en betalingstoezeggingen. Daarmee heeft J.F.M. een kernverplichting uit de arbeidsovereenkomst geschonden en dit is ernstig verwijtbaar. De verklaring voor recht wordt daarom toegewezen. Omdat sprake is van ernstige verwijtbaarheid van J.F.M. B.V. is zij een transitievergoeding verschuldigd. De loonvordering, vakantietoeslag en vergoeding voor niet genoten vakantiedagen worden toegewezen.