Naar boven ↑

Rechtspraak

Amsterdam's Scootercity B.V./werknemer
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 27 mei 2025
ECLI:NL:RBAMS:2025:3434
Monteur die tijdens (langdurige) ziekte meermaals werkzaamheden bij een derde verricht, op staande voet ontslagen en veroordeeld tot betaling (restant) gefixeerde schadevergoeding en € 15.768,06 aan onderzoekskosten bedrijfsrecherchebureau.

Feiten

Werknemer, geboren in 1989, is op 19 augustus 2019 in dienst getreden bij Scootercity in de functie van monteur voor veertig uur per week. Van 31 mei 2022 tot 18 maart 2024 is werknemer wegens ziekte uitgevallen. Per 18 maart 2024 heeft hij zichzelf beter gemeld. Van 29 juli 2024 tot en met 12 augustus 2024 is werknemer wegens ziekte opnieuw uitgevallen. Op 20 augustus 2024 heeft werknemer zich ziek gemeld wegens rugklachten. In opdracht van Scootercity heeft Rebuss Bedrijfsrecherche in de periode van 24 september 2024 tot 22 november 2024 een onderzoek naar het ziekteverzuim van werknemer uitgevoerd. In de daartoe opgestelde eindrapportage van 6 december 2024 wordt vermeld dat werknemer in de periode van 4 november 2024 tot en met 15 november 2024 namens een glasvezelbedrijf op vier dagen glasvezel- en installatiewerkzaamheden heeft uitgevoerd. Op 22 november 2024 heeft Scootercity werknemer op staande voet ontslagen wegens het elders verrichten van werkzaamheden, terwijl hij herhaaldelijk aan de werkgever en de bedrijfsarts heeft aangegeven niet in staat te zijn de bedongen arbeid te verrichten en evaluatiegesprekken te voeren. Scootercity heeft op de eindafrekening 2024 een bedrag van € 3.809,22 bruto aan gefixeerde schadevergoeding ingehouden. Dit resulteerde in een negatieve eindafrekening. Scootercity verzoekt onder meer werknemer te veroordelen tot betaling van € 1.153,97 netto wegens (restant) gefixeerde schadevergoeding en € 15.768,06 wegens onderzoekskosten. Werknemer verzet zich tegen toewijzing van de verzoeken en voert daartoe onder meer aan dat hij een carrièreswitch wilde maken.

Oordeel

Gefixeerde schadevergoeding

Werknemer heeft erkend dat hij (onbezoldigde) werkzaamheden voor een derde heeft verricht, terwijl hij in dienst was bij Scootercity en uitgevallen was wegens ziekte. Werknemer voert aan dat hij zich oriënteerde op een carrièreswitch. Daarbij gaat hij eraan voorbij dat hij aan de bedrijfsarts en Scootercity had aangegeven niet te kunnen re-integreren en zelfs niet in staat te zijn om koffie bij Scootercity te komen drinken. Bovendien werd zijn loon doorbetaald. Hij had het werken elders dan ook moeten melden aan Scootercity, maar heeft dat niet gedaan. Dat is verwijtbaar. Dit betekent dat werknemer de gefixeerde schadevergoeding aan Scootercity verschuldigd is. Werknemer heeft niet weersproken dat de gefixeerde schadevergoeding € 3.809,22 bruto bedraagt, welk bedrag gedeeltelijk met de eindafrekening is verrekend. Dit betekent dat het resterende bedrag van € 1.153,97 wordt toegewezen.

Onderzoekskosten

Uitgangspunt is dat de werkgever het recht heeft een ziekmelding te controleren en dat de inspanningen van partijen erop gericht zijn zo snel als mogelijk te komen tot werkhervatting, al dan niet in aangepast werk of bij derden. Scootercity stelt dat haar verhalen bereikte van een oud-werknemer die meldde dat werknemer werkzaamheden elders zou verrichten en dat dit, mede gelet op het voorgaande langdurige ziekteverzuim en de eigen betermelding kort voor het verstrijken van de tweejaarstermijn, ertoe heeft geleid dat zij Rebuss opdracht heeft gegeven om een onderzoek naar werknemer in te stellen. De kantonrechter is van oordeel dat het in de gegeven omstandigheden redelijk is geweest dat Scootercity deze onderzoekskosten heeft gemaakt. Uit het onderzoek volgde immers de bevestiging dat werknemer tijdens zijn ziekte elders werkzaamheden verrichtte. De door Scootercity gemaakte onderzoekskosten dienen door werknemer te worden betaald. Het bedrag van € 15.768,06 is dan ook toewijsbaar.