Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 26 mei 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:5738
Feiten
Werknemer is op 18 juli 2022 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij Schiphol Airport Retail B.V. (hierna: SAR) in dienst getreden en is werkzaam als Sales Assistent. SAR exploiteert elf taxfree-winkels op Schiphol. Door SAR is op tijd aangezegd dat de arbeidsovereenkomst eindigt per 17 februari 2025. Op 21 januari 2025 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen werknemer en twee supervisors. In het gesprek is aangegeven dat werknemer een diefstal had gepleegd op 18 januari 2025. Werknemer heeft hierop niet inhoudelijk gereageerd en is vervolgens op staande voet ontslagen wegens diefstal van bedrijfsgoederen. Werknemer verzoekt vernietiging van het ontslag op staande voet.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Het verzoek van werknemer tot vernietiging van het ontslag op staande voet wordt afgewezen omdat het ontslag rechtsgeldig is wegens de diefstal van een fles champagne Gold Brignac ter waarde van € 349,90. Uit camerabeelden is op te maken dat werknemer een fles champagne in zijn rugtas stopt en daarmee wegloopt. Werknemer heeft de diefstal ook niet als zodanig ontkend of aangetoond of zelfs maar gesteld dat hij wel heeft betaald voor de fles. De dringende reden wordt ondersteund door de in het geding gebrachte inventarislijst van SAR waaruit volgt dat de fles champagne ontbreekt uit de inventaris van de winkel en dat in het geheel geen betaling is geregistreerd voor de fles. De dringende reden wordt verder ondersteund door de aangifte van SAR tegen werknemer en de conclusies van het OM, dat de diefstal op 18 januari 2025 als een feit ziet. Werknemer is alleen niet strafrechtelijk vervolgd omdat hij al was ontslagen en daardoor genoeg gestraft. Diefstal door een werknemer is in alle gevallen onacceptabel en een dringende reden voor ontslag op staande voet. Zoals SAR terecht heeft aangevoerd, is het belang in deze zaak groter dan alleen de diefstal van deze fles champagne. De integriteit van de medewerkers van SAR is cruciaal in de hectiek en drukte van Schiphol. Zij zijn immers de oren en ogen van het bedrijf. Zij zijn getraind om diefstal door de ‘vluchtige’ bezoekers te voorkomen en te herkennen. SAR moet haar medewerkers blind kunnen vertrouwen. Bij diefstal door een werknemer is het ‘ultimum remedium’ dan op zijn plaats. De persoonlijke omstandigheden van werknemer doen niet af aan de dringende reden voor het ontslag. Dat werknemer kostwinner is en de zorg heeft voor een jong kind, zou een extra motivatie moeten zijn om geen diefstal te plegen. Verder was al bij werknemer bekend dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zou eindigen per 17 februari 2025 en dus nog maar kort zou duren. Ook zonder het ontslag op staande voet zou hij dus op korte termijn zonder werk zijn komen te zitten. Daarbij komt dat zijn vooruitzichten op de arbeidsmarkt goed zijn. Het ontslag op staande voet is dan ook rechtsgeldig gegeven. Omdat tevens sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer is de transitievergoeding niet verschuldigd. Het verzoek van SAR om werknemer te veroordelen tot betaling van de gefixeerde vergoeding van € 2.322,04 wordt toegewezen.