Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/OLVG Laboratoria B.V.
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 13 mei 2025
ECLI:NL:GHAMS:2025:1249
Werkgever veroordeeld tot betaling van € 1.838,29 aan niet betaald vakantiegeld en eindejaarsuitkering 2017. Vorderingen werknemer ten aanzien van overwerktoeslagen, reisuren over consignatiediensten en niet betaalde bedragen in december 2020/januari 2021 afgewezen.

Feiten

Werknemer is op 1 december 2012 in dienst getreden bij OLVG Laboratoria B.V. (hierna: OLVG). Werknemer heeft zijn arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 mei 2021. Op de arbeidsovereenkomst was de cao Ziekenhuizen (hierna: de cao) van toepassing. Werknemer heeft in eerste aanleg gevorderd OLVG te veroordelen tot betaling van € 14.292,39 bruto aan achterstallig loon, € 45.299,35 bruto aan wettelijke verhoging, beide vermeerderd met de wettelijke rente, afdracht van de maximale pensioenpremie over het salaris van werknemer over de jaren 2020 en 2021. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen. Werknemer heeft hoger beroep ingesteld.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt.

Overwerktoeslag op maandagen

Als het hof werknemer goed heeft begrepen heeft werknemer aan dit gedeelte van zijn vordering ten grondslag gelegd dat hij (een aantal) maandagen heeft gewerkt over welke uren OLVG geen overwerktoeslag heeft betaald. Dit gedeelte van de vordering wordt afgewezen. Uit het tweede lid van artikel 8.4 van de cao volgt dat overwerkuren tegen variërende percentages van het uurloon moeten worden uitbetaald. OLVG heeft zowel in eerste aanleg als in hoger beroep gesteld dat deze percentages consequent zijn toegepast in de met werknemer gedeelde afrekenvoorstellen. Het hof volgt OLVG daarin. Zij heeft met de door haar overgelegde producties in eerste aanleg naar het oordeel van het hof voldoende aannemelijk gemaakt dat zij werknemer overeenkomstig de cao heeft betaald en werknemer heeft onvoldoende gesteld om zijn vordering alsnog te onderbouwen.

Reisuren over consignatiediensten in 2015 en 2017

Ook dit gedeelte van de vordering wordt afgewezen, omdat de vordering door werknemer onvoldoende is onderbouwd. De stukken van werknemer zijn onvoldoende om als bewijs te dienen dat de door werknemer gestelde uren ook daadwerkelijk zijn gemaakt en/of dat daaruit nog een nabetaling zou moeten volgen.

Toegezegde maar niet betaalde bedragen in december 2020 en januari 2021

Deze vordering wordt eveneens afgewezen. OLVG heeft naar het oordeel van het hof geen toezegging gedaan, maar een aanbod tot finale afrekening. De gemachtigde van werknemer heeft dat aanbod schriftelijk verworpen. Daarmee was het aanbod vervallen.

€ 1838,29 aan niet betaald vakantiegeld en eindejaarsuitkering 2017

De vordering tot betaling van dit bedrag wordt toegewezen. OLVG heeft tegen deze vordering geen verweer gevoerd en de vordering komt het hof evenmin onrechtmatig of ongegrond voor. De grieven slagen dus alleen op het laatste onderdeel van de vordering en falen voor het overige.