Feiten
Werkneemster was vanaf 1 januari 2021 in dienst van Stichting Ymere, laatstelijk als werkbegeleidster mutatie onderhoud. Zij gaf vanuit deze functie opdrachten aan externe bedrijven voor bijvoorbeeld het ontruimen van woningen. Indien sprake is van een leegstaande woning vanwege het overlijden van de bewoner, schakelt Ymere volgens haar interne procedures het bedrijf Boedelservice in. Voor het verhuur- en verkoopklaar maken van woningen gebruikt Ymere Hemubo Service & Mutatie B.V. Bij Ymere geldt een integriteitscode waarin staat dat zij uitgaat van een duidelijke scheiding tussen werk en privé. De partner van werkneemster was ook werkzaam bij Ymere. Samen met een andere collega had hij een eigen bedrijf opgericht. Dit bedrijf houdt zich bezig met boedelontruimingen en reiniging van woningen en was onderaannemer van Hemubo. Op 28 maart 2023 heeft werkneemster getracht een offerte te accorderen boven haar bevoegdheid van € 12.000 van Hemubo voor de ontruiming van een woning. Zij heeft de senior werkbegeleider laten weten dat de leidinggevende dit heeft goedgekeurd. De senior werkbegeleider liet werkneemster echter weten dat de ontruiming toch via Boedelservice moest. Werkneemster heeft desondanks de opdracht verstrekt aan Hemubo. Op 29 maart 2023 bleek de woning al leeg en hing de sleutel niet in de sleutelkluis. Vervolgens is een integriteitsonderzoek gestart en is werkneemster op non-actief gesteld. Uit dit onderzoek is gebleken dat het bedrijf van de partner van werkneemster en de collega in ieder geval zeventien woningen van Ymere in opdracht van Hemubo heeft ontruimd. Bij brief van 12 mei 2023 heeft Ymere werkneemster op staande voet ontslagen wegens het niet conform de integriteitscode en de interne procedures handelen. In eerste aanleg heeft werkneemster de kantonrechter verzocht het ontslag op staande voet te vernietigen. De kantonrechter heeft de verzoeken van werkneemster afgewezen en werkneemster veroordeeld tot betaling aan Ymere van € 12.823,39 (1/3 deel van de onderzoekskosten) en de proceskosten. Tegen deze uitspraak heeft werkneemster hoger beroep ingesteld.

Oordeel
Het hof oordeelt als volgt. Ymere heeft het ontslag op staande voet onverwijld gegeven, nu alle stappen voldoende voortvarend zijn genomen. In dezelfde week waarin Ymere had vernomen dat de partner van werkneemster en een collega een eigen bedrijf hadden opgericht en werkneemster een opdracht tot ontruiming door Hemubo had goedgekeurd is Ymere overgegaan tot een intern onderzoek. Vervolgens heeft Ymere één dag nadat het rapport is verschenen het ontslag op staande voet verleend. Ook is sprake van een dringende reden. Allereerst is voldoende vast komen te staan dat werkneemster diverse opdrachten heeft verstrekt ten behoeve van het bedrijf van haar partner en collega terwijl deze door Boedelservice moesten worden uitgevoerd. Uit het onderzoeksrapport blijkt immers dat werkneemster in ieder geval drie keer de opdracht tot ontruiming van een woning aan Hemubo heeft verstrekt in plaats van aan Boedelservice, en dat Hemubo vervolgens op zeer korte termijn de opdrachten heeft doorgezet naar het bedrijf van de partner en collega. Daarnaast blijkt uit het onderzoeksrapport dat werkneemster meerdere foto’s en berichten op haar telefoon heeft ontvangen van haar partner waaruit blijkt dat deze drie woningen van Ymere al waren ontruimd door het bedrijf van haar partner en collega voordat zij de opdracht daartoe verstrekte aan Hemubo. Verder is niet in geschil dat werkneemster de offerte ter hoogte van € 12.000 buiten haar bevoegdheid heeft goedgekeurd. Bovendien is niet gebleken dat werkneemster op enige manier melding heeft gedaan bij Ymere van de oprichting van het bedrijf van haar partner en collega en/of van het via Hemubo verstrekken van ontruimingsopdrachten aan dit bedrijf. Door buiten medeweten van Ymere ontruimingsopdrachten via Hemubo aan het bedrijf van haar partner en collega te verstrekken heeft werkneemster naar het oordeel van het hof misbruik gemaakt van haar positie binnen Ymere en heeft zij in strijd met de integriteitscode gehandeld. De aard en ernst van deze gedragingen en de beperkte duur van het dienstverband maken dat het gegeven ontslag op staande gerechtvaardigd is. Ook is het hof van oordeel dat – gezien de aard en de uitkomst van het onderzoek – de gemaakte onderzoekskosten van € 12.823,39 (te weten 1/3e van de totale onderzoekskosten van € 38.470,19) redelijk zijn. Nu Ymere werkneemster terecht op staande voet heeft ontslagen en werkneemster ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, heeft zij tot slot geen recht op een billijke vergoeding of een transitievergoeding. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de kantonrechter.