Feiten

Werknemer is in dienst van werkgeefster. Werknemer vordert in kort geding veroordeling van werkgeefster tot betaling van € 8.580 bruto ter zake van achterstallig salaris, een bedrag van € 2.860 bruto per maand (exclusief emolumenten) vanaf 1 februari 2025 tot aan de dag dat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eindigt, de wettelijke verhoging (€ 4.290 bruto) en rente.

Oordeel

De kantonrechter wijst de vorderingen van werknemer toe, nu deze naar haar aard spoedeisend zijn en door werkgeefster op de mondelinge behandeling zijn erkend.