Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgever/werkneemster
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Amersfoort), 11 september 2024
ECLI:NL:RBMNE:2024:5563
Kort geding. Gedeeltelijke toewijzing vordering tot loondoorbetaling tijdens ziekte. De cao voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf is niet van toepassing. De cao voor Tankstations en Wasbedrijven wel.

Feiten

Werkgever heeft een eenmanszaak. Dit bedrijf houdt zich blijkens het handelsregister van de Kamer van Koophandel bezig met handel in en reparatie van auto’s, de verhuur van auto’s, het slepen van auto’s, een autowasstraat en een winkel met een pakketpunt. Via een tweede onderneming exploiteert werkgever een tankstation. Werkneemster is op 19 april 2021 bij werkgever in dienst getreden als allround medewerkster. Zij heeft inmiddels een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en is de enige werkneemster. Zij is op 15 december 2021 ziek geworden en is nog niet hersteld. Het UWV heeft werkgever een loonsanctie opgelegd waardoor hij het loon tot 17 april 2025 moet doorbetalen. In 2024 heeft werkneemster geschreven dat op de arbeidsovereenkomst een cao van toepassing is en werkgever de salarisverhogingen op grond van deze cao had moeten toepassen. Werkgever heeft vanaf januari 2024 het loon  doorbetaald zonder rekening te houden met deze salarisverhogingen. Vanaf juli 2024 heeft hij helemaal geen loon meer betaald. Werkneemster vordert onder meer betaling van achterstallig loon en loondoorbetaling, zij verwijst daarbij naar twee cao’s. Werkgever vindt dat de vorderingen moeten worden afgewezen. Volgens hem zijn de cao’s waar werkneemster zich op beroept niet van toepassing en heeft hij tot juli 2024 aan zijn verplichting voldaan door 70% van het loon door te betalen. Hij verzoekt de wettelijke verhoging te matigen omdat hij ernstige financiële en gezondheidsproblemen heeft.

Oordeel

Toepasselijke cao

De kantonrechter stelt vast dat in de arbeidsovereenkomst niet staat dat er een cao van toepassing is. Ook is niet gebleken dat partijen aan een van de genoemde cao’s gebonden zijn door het lidmaatschap van een partij die de cao’s heeft gesloten, zoals de BOVAG of een werknemersvereniging. De kantonrechter is van oordeel dat op grond van de werkingssfeer de cao voor het Motorvoertuigenbedrijf niet op de arbeidsovereenkomst van toepassing is. Daarentegen is de kantonrechter van oordeel dat op grond van de werkingssfeerbepaling de cao voor Tankstations wel van toepassing is en wel vanaf 4 mei 2024, de datum waarop de cao algemeen verbindend is verklaard.

Loon

Het salaris van werkneemster bij indiensttreding bedroeg € 2.358,40 bruto per maand exclusief 8% vakantiebijslag. De kantonrechter gaat ervan uit dat dit salaris hetzelfde is gebleven, omdat niet is gebleken dat het salaris sinds die tijd is verhoogd. Werkgever moest over de maanden januari tot en met april 2024 70% van dit salaris doorbetalen en heeft dit ook gedaan. Over de periode mei 2024 tot en met juli 2024 had werkgever het loon op grond van de cao voor Tankstations moeten doorbetalen. Werkgever zal vanaf 1 augustus 2024 het loon van € 2.117,89 bruto per maand moeten doorbetalen tot aan de datum waarop de loondoorbetalingsverplichting stopt. Werkgever wordt veroordeeld om vanaf januari 2024 pensioenpremies af te dragen.