Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Tesla Motors Netherlands B.V.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Breda), 26 september 2022
ECLI:NL:RBZWB:2022:5618
Tussenbeschikking. Ontslag op staande voet wegens uiten van dreigementen. Sprake van een dringende reden? Handelde werknemer onder invloed van psychose? Bevel tot in het geding brengen van oordeel behandelaar op grond van artikel 22 Rv.

Feiten

Werknemer is op 15 april 20 in dienst getreden van Tesla Motors Netherlands B.V. (hierna: Tesla). Werknemer heeft zich op 4 oktober 2021 ziekgemeld. Op 25 april 2022 heeft werknemer de bedrijfsarts bezocht. Tijdens dit bezoek heeft een escalatie plaatsgevonden, waarbij werknemer schreeuwde, met dingen gooide en tegen een prullenbak en zitbal heeft geschopt. Werknemer dreigde daarbij de betrokken HR-medewerker van Tesla dat hij haar hoofd eraf zou snijden, maar ook andere dreigingen volgden, zoals dat hij een magazijn zou leegschieten op het werk. Werknemer is zelf weggelopen, waarbij de beveiliging is meegelopen. Tesla heeft werknemer op 25 april 2022 op non-actief gesteld. Op 26 april 2022 heeft Tesla haar voornemen om ontslag op staande voet te verlenen naar aanleiding van de gebeurtenissen op 25 april 2022 kenbaar gemaakt en werknemer in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren. Na meerdere vergeefse contactpogingen heeft Tesla werknemer op 29 april 2022 op staande voet ontslagen. Dit ontslag op staande voet is het onderwerp van dit geding.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het geschil draait om de door Tesla gestelde dringende reden voor ontslag. Uit de brieven van 26 en 29 april 2022 blijkt dat Tesla de dreigementen die werknemer tijdens het spreekuur van de bedrijfsarts heeft geuit, zijn agressieve gedrag en de onbereikbaarheid naderhand als dringende redenen beschouwt. Met name de doodsbedreigingen die werknemer heeft geuit, en die volgens Tesla aan het adres van de HR-medewerker zijn gericht (“Ik snijd haar hoofd eraf”, “ik snij haar van onder tot boven open en snij haar hoofd eraf”), dan wel aan collega’s in het algemeen (“Ik schiet een magazijn leeg op het werk”) zijn dermate ernstig dat Tesla voortzetting van het dienstverband met werknemer voor onmogelijk houdt. Werknemer voert aan dat hij werd overvallen door een psychoseaanval en zichzelf niet langer onder controle had. Met Tesla is de kantonrechter van oordeel dat met name de geuite dreigementen dermate ernstig zijn dat deze in beginsel een dringende reden opleveren. Daarentegen kunnen de stellingen van werknemer dat hij de dreigementen heeft geuit onder invloed van een psychose, dat de dreigementen gericht waren tegen de geesten en demonen in zijn hoofd en dat hij zich vanwege zijn psychische gesteldheid niet kan herinneren wat zich exact heeft voorgedaan – indien de juistheid van de stellingen komt vast te staan – de dringendheid aan de redenen ontnemen. Werknemer heeft bij zijn verweerschrift de bevestiging van een intakegesprek bij Fivoor, een instelling voor forensische en intensieve psychiatrische zorg, ingebracht, waaruit volgt dat een tweetal gesprekken met een GZ-psycholoog zullen plaatsvinden. Het eerste gesprek vond twee dagen voor de zitting plaats, het tweede gesprek stond gepland op een datum gelegen na de zitting. Werknemer heeft aangeboden het oordeel van zijn behandelaar over te leggen zodra dit beschikbaar is, waarbij aan de behandelaar verzocht kan worden zich uit te laten over de relatie tussen de ziekte van werknemer en het incident bij de bedrijfsarts. De kantonrechter beveelt op grond van artikel 22 Rv werknemer binnen de in het dictum bepaalde termijn een oordeel van de GZ-psycholoog in het geding te brengen. De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan.