Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer c.s./werkgever c.s.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 29 oktober 2019
ECLI:NL:GHSHE:2019:3967

werknemer c.s./werkgever c.s.

Werknemers hebben onvoldoende spoedeisend belang bij het in kort geding gevorderde onderzoek door een deskundige. De bodemrechter heeft een onderzoek naar dezelfde materie aangekondigd.

Feiten

Drie werknemers zijn in dienst geweest bij een praktijk voor fysiotherapie en personal training. In de arbeidsovereenkomsten is een basissalaris en een variabel salaris overeengekomen. In eerste aanleg heeft de rechtbank in kort geding de vorderingen van werknemers afgewezen. In hoger beroep vorderen werknemers het hof te bevelen dat werkgever moet gehengen en gedogen dat de accountant onbelemmerde en onvoorwaardelijke toegang en inzage heeft in de boeken en gegevens van werkgever en veroordeling van werkgever tot het verstrekken van voor de vaststelling van de aanspraken op loon door de accountant benodigde gegevens en bescheiden en het verlenen van medewerking aan het accountantsonderzoek.

Oordeel

Het hof neemt in aanmerking dat de kantonrechter in de bodemzaak tussen twee werknemers en werkgever bij beschikking van 30 september 2019 heeft bepaald dat een deskundige zal worden benoemd. Niet in geschil is dat de beoogde werkzaamheden en advisering van deze deskundige overeenstemmen met het beoogde onderzoek in het in dit geding gevorderde. Het hof neemt verder in aanmerking dat de mondelinge behandeling in de bodemzaak tussen een van de werknemers en werkgever op korte termijn plaatsvindt. Deze mondelinge behandeling vindt plaats bij een andere kantonrechter, maar partijen hebben niets naar voren gebracht waaruit kan worden afgeleid dat een andere beslissing te verwachten is. Het hof houdt het er voorshands voor dat de kantonrechter ook in de bodemzaak van de derde werknemer, indien nodig, een deskundige zal benoemen. Het hof overweegt tegen deze achtergrond dat werknemers onvoldoende spoedeisend belang hebben bij het in dit geding gevorderde onderzoek door een deskundige. De bodemrechter heeft (ten aanzien van twee werknemers) een onderzoek naar dezelfde materie aangekondigd. Een vergelijkbaar onderzoek moet voorshands, indien nodig, worden verwacht ten aanzien van de derde werknemer. Kortom, de bodemrechter is ermee bezig en kan de nodige maatregelen treffen voor een goed verloop van het proces. Werknemers hebben niets gesteld waaruit volgt dat zij de beslissing van de bodemrechter niet kunnen afwachten. De vorderingen worden dan ook afgewezen.