Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 24 april 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:8003
Feiten
Werknemer werkt sinds 8 april 2002 bij werkgeefster, laatstelijk in de functie van systeembeheerder tegen een brutomaandloon van € 4.254 exclusief vakantietoeslag. Werkgeefster beschuldigt werknemer van dagdieverij, de aankoop van privéabonnementen op zijn zakelijke telefoon en de aanschaf van goederen zonder toestemming van werkgeefster. De gestelde dagdieverij bestaat eruit dat werknemer structureel de hele maandag afwezig is geweest, terwijl hij slechts een halve ‘bapo-dag’ (een extra verlofdag voor senioren) had. Werknemer betwist dat hij meer betaald heeft gekregen dan hij heeft gewerkt; hij werkte soms extra op andere momenten en verder werkte hij thuis. De privéaankopen op de zakelijke telefoon berusten volgens hem op een vergissing. Ten aanzien van de aangeschafte goederen stelt werknemer zich op het standpunt dat hij gerechtigd was aankopen te doen tot een bedrag van € 3.000 per jaar en dat alle aankopen zijn gedaan ten behoeve van werkgeefster. Werkgeefster verzoekt ontbinding op de e-grond.
Oordeel
Naar het oordeel van de kantonrechter is er geen sprake van verwijtbaar handelen zodanig dat niet van werkgeefster gevergd kan worden dat zij de arbeidsovereenkomst nog laat voortduren. Ten aanzien van het verwijt van dagdieverij is het aan werkgeefster om aan te tonen dat werknemer minder uren werkte dan waarvoor hij werd betaald. Gedurende de procedure is het de kantonrechter duidelijk geworden dat werknemer al enkele jaren zijn functie zeer zelfstandig uitvoerde en dat van hem verwacht werd dat hij geregeld ook buiten normale werktijden werkzaamheden verrichtte als dat nodig was. In drukke tijden werkte hij bovendien extra en maakte hij geen gebruik van zijn ‘kleine bapo’, om op andere momenten juist hele dagen vrij te nemen. Verder is duidelijk geworden dat thuiswerken – als niet structureel dan in ieder geval incidenteel – bij werkgeefster tot de mogelijkheden behoorde. De conclusie is dat werkgeefster onvoldoende heeft gesteld om tot de conclusie te komen dat sprake is van dagdieverij. De overige aangevoerde omstandigheden kunnen op zichzelf niet het oordeel dragen dat sprake is van verwijtbaar handelen, ook niet als de stellingen van werkgeefster op dit punt volledig zouden worden gevolgd. Daarvoor zijn die feiten en omstandigheden – mede gelet op het lange dienstverband van werknemer – van onvoldoende gewicht. Werknemer werkt al 23 jaar bij werkgeefster en heeft een vlekkeloos dienstverband gekend. Zijn functioneren heeft in ieder geval in recente jaren nimmer ter discussie gestaan. De wijze waarop werkgeefster met hem in de aanloop naar deze procedure is omgegaan, is extra verwijtbaar. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden als gevolg van een verstoorde arbeidsverhouding, omdat partijen het erover eens zijn dat die verstoring zo ernstig is dat een verdere samenwerking niet meer tot de mogelijkheden behoort. De kantonrechter kent naast de transitievergoeding een billijke vergoeding toe van € 25.000 bruto. Daar komt nog gemiste pensioenafdracht bij, die door werknemer in deze procedure niet gekwantificeerd is en aldus nader bij staat moet worden opgemaakt.