Naar boven ↑

Rechtspraak

Zeeman textielSupers B.V./werkneemster

Zeeman textielSupers B.V./werkneemster

Verkoopmedewerkster weigert structureel re-integratieverplichtingen na te leven. Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen.

Feiten

Werkneemster is op 20 december 2001 als verkoopmedewerker B bij Zeeman in dienst getreden. Op 7 december 2015 heeft werkneemster zich ziek gemeld op grond van een niet-werkgerelateerde reden (relationele problemen). Zeeman verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1 onderdeel a jo. 7:669 lid 3 onderdeel e BW (verwijtbaar handelen). Zeeman stelt daartoe, samengevat, dat werkneemster vanaf 30 december 2016 – en daarvoor al langere tijd – niet haar werkzaamheden conform het advies van Ergatis en van de bedrijfsarts heeft hervat, geen contact houdt met haar leidinggevende en geen gehoor geeft aan de oproep om te re-integreren. Daarbij meent Zeeman dat werkneemster geen billijke vergoeding of transitievergoeding toekomt, omdat zij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.

Oordeel

Werkneemster heeft in de periode december 2015 (in feite al bijna vanaf haar ziekmelding) tot heden een structureel gedrag van niet opvolgen van re-integratieverplichtingen aan de dag gelegd. Meer in het bijzonder is werkneemster vaak en langdurig voor Zeeman onbereikbaar geweest en heeft zij veelvuldig geen opvolging gegeven aan oproepen om contact op te nemen of op afspraken te komen. Zeeman heeft daar meer dan eens een loonsanctie voor opgelegd, hetgeen geen bijstelling van het gedrag van werkneemster heeft bewerkstelligd. De door haar ingebrachte medische stukken bevatten voorts geen althans onvoldoende excuus (of verklaring) voor haar gedrag. Het deskundigenoordeel van het UWV van 21 maart 2017 over de vraag of het aangeboden werk passend is te achten, heeft als conclusie dat de door werkgever aangeboden werkzaamheden passend zijn en dat van werkneemster verwacht kan worden dat zij het aangeboden werk uitvoert. Ook dat heeft werkneemster er niet toe kunnen bewegen het werk te hervatten. Gezien al deze feiten en omstandigheden is het oordeel gerechtvaardigd dat niet van Zeeman kan worden gevergd dat zij zich blijft inzetten voor dit moeizame re-integratietraject. Nu voldoende vaststaat dat werkneemster haar verplichtingen uit hoofde van artikel 7:660a BW heeft geschonden terwijl een gegronde reden of rechtvaardiging daarvoor ontbreekt, kan de arbeidsovereenkomst op de daartoe aangevoerde e-grond ontbonden worden. Voor toekenning van een billijke vergoeding aan werkneemster is geen aanleiding. Aangezien sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, heeft werkneemster geen recht op de transitievergoeding.