Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer is voor bepaalde tijd van 1 april 2008 tot en met 31 december 2008 in dienst geweest bij Betonbekistingen, volgens de schriftelijke arbeidsovereenkomst als algemeen medewerker tegen een loon van bruto € 1502 per maand. Betonbekistingen is geen partij bij een cao. Op 3 juni 2008 heeft werknemer tijdens demontage van een steiger op een bouwplaats in Heerenveen een steigerplank op zijn hoofd en been gekregen. Werknemer is sindsdien arbeidsongeschikt. Betonbekistingen heeft vanaf 1 juli 2008 tot 31 december 2008 maandelijks € 1070,99 bruto betaald. In eerste aanleg heeft werknemer zich primair op het standpunt gesteld dat hij als steigerbouwer onder de algemeen verbindend verklaarde CAO voor de Bouwnijverheid (hierna: de CAO) valt en dat hij uit dien hoofde recht heeft op een hoger salaris dan is overeengekomen en op doorbetaling van 100% van dat salaris tijdens arbeidsongeschiktheid. Ter toelichting voert hij aan dat Betonbekistingen zich bezighoudt met steigerbouw en verhuren en plaatsen van betonbekistingen en daarmee, gelet op art. 88 lid 3 jo art. 89 en art. 88 lid 11 sub g jo art. 88 lid 15 sub b, valt onder de werkingssfeer van de CAO. Volgens Betonbekistingen valt zij niet onder de werkingssfeer van de cao. Zij is een personeels-bv en leent het personeel uit aan de zusteronderneming Verhuur. Volgens Betonbekistingen is zij geen zelfstandige eenheid of afdeling. Binnen de Sijperda Groep is de steigerbouw met 24% van de loonsom ondergeschikt aan de andere activiteiten. De kantonrechter heeft de vordering van werknemer afgewezen.

Het hof oordeelt als volgt. Voor de vraag of Betonbekistingen onder de werkingssfeer van de CAO valt is van belang of haar bedrijf is “gericht op de productie voor derden” (waaronder art. 88 lid 17 van de CAO mede verstaat: dienstverlening aan derden) op het gebied van het bouwbedrijf, zoals nader omschreven onder art. 89 lid 1 aanhef en onder A. Daaronder valt, blijkens art. 88 lid 15, onder meer steigerbouw met 43% van de loonsom. Betonbekistingen heeft niet duidelijk gemaakt welke andere activiteiten haar overige personeelsleden precies verrichten nu de bedrijfsomschrijving in het handelsregister niet zou kloppen. Het hof is van oordeel dat het op de weg van Betonbekistingen had gelegen om, in het kader van haar verweer, voldoende inzicht te geven in de tot haar domein behorende kennis omtrent de activiteiten van de werknemers die de resterende 57% loonsom verdienen. Dit geldt temeer nu zij zich erop beroept dat haar bedrijfsactiviteiten niet overeenstemmen met de voor derden bedoelde informatie uit het handelsregister. Het hof acht het vooralsnog voldoende aannemelijk dat dit werk ook valt onder het bouwbedrijf, gelet op zowel de ruime omschrijving van de onder het bouwbedrijf vallende activiteiten in art. 89 lid 1 van de CAO (waaronder bijvoorbeeld valt: het verhuren van machines met bedienend personeel) als het gegeven dat, volgens Betonbekistingen, haar personeel wordt ingeleend ter uitvoering van door zusteronderneming Verhuur gesloten contracten met derden waarbij gehuurd bouwmateriaal van het andere zusterbedrijf betrokken is. De loonvordering van werknemer wordt toegewezen.