Rechtspraak
Op 1 mei 2001 is werknemer in dienst getreden van Gambrink Horeca B.V. te Rotterdam. Hij werd tewerkgesteld als bedrijfsleider van de door Gambrink geƫxploiteerde horecagelegenheid Gay Palace te Rotterdam. In de loop van 2004 is tussen werknemer en Gambrink een geschil ontstaan over de betaling van zijn loon. Sinds 12 april 2004 heeft hij ondanks zijn bereidverklaring daartoe geen werkzaamheden in Gay Palace meer verricht en ook geen salaris meer ontvangen. Bij vonnis van 15 december 2004 Gambrink veroordeeld tot doorbetaling van het loon van werknemer vanaf week 15-2004 tot de rechtsgeldige beƫindiging van het dienstverband. Op 30 oktober 2005 is het inventaris van Gay Palace verkocht aan Tik Tak. Vanaf februari 2006 wordt ook de handelsnaam, goodwill en klantenbestand van Gay Palace gekocht door Tik Tak. Uiteindelijk worden alle werknemers behalve werknemer door Tik Tak overgenomen. Werknemer vordert doorbetaling van het loon van week 15-2004 van Tik Tak. Volgens hem is sprake van een overgang van onderneming. Volgens Tik Tak heeft werknemer - voor zover al sprake is van een overgang van onderneming - zich jegens Tik Tak nooit bereid verklaard de overeengekomen werkzaamheden te verrichten. De voorzieningenrechter heeft de loonvordering van werknemer toegewezen.
Het hof oordeelt als volgt. Onweersproken is dat de onderneming Gay Palace ondanks de verschillende transacties ononderbroken, op dezelfde plaats, met nagenoeg hetzelfde personeel en voor dezelfde doelgroep, feitelijk is voortgezet. Aldus hebben de combinatie van de voormelde transacties en rechtsbetrekkingen er toe geleid dat sprake is van voortzetting van de onderneming met behoud van identiteit door Tik Tak als nieuwe exploitant. Daaraan kan niet afdoen dat in de bedoelde overeenkomst is opgenomen dat het personeel niet mee overgaan. Onweersproken is voorts dat werknemer zich per brief van 12 april 2004 jegens Gambrink bereid had verklaard de bedongen werkzaamheden te verrichten. Op werknemer rustte - ter behoud van zijn loondoorbetalingsaanspraken voor/na de voortzetting van de onderneming door Tik Tak - niet de verplichting om die bereidheid jegens Tik Tak - als opvolgend exploitant/overnemer van de onderneming als bedoeld in artikel 7:662 BW, bij wie hij met behoud van alle rechten en verplichtingen van rechtswege in dienst overging - te herhalen. Volgt bekrachtiging vonnis van de voorzieningenrechter.