Afwijzing verzoek billijke vergoeding. Ondanks de beoordeling van het UWV heeft werkgever voldoende gedaan aan re-integratie.

Werknemer die in dienst treedt bij concurrent op het gebied van IT Development overtreedt concurrentiebeding en wordt verboden hiermee door te gaan. Geen vergoeding op basis van artikel 7:653 lid 5 BW, gelet op relatief geringe beperking voor werknemer.

Werkgever is verplicht tot het doen van een aanbod van een vaste arbeidsomvang aan oproepkracht. Het feit dat werknemer niet instemt met andere werkzaamheden tijdens corona is voor betaling van achterstallig loon niet relevant.

Uitzendbureau aansprakelijk voor boetes opgelegd door Inspectie SZW aan inlener omdat uitzendkrachten niet over tewerkstellingsvergunning beschikken.

Overlijdensrisicoverzekering in arbeidsovereenkomst. Moeder maakt na overlijden zoon aanspraak op uitkering. Bedrag uitgekeerd aan vriendin. Uitleg begunstigingsregeling in arbeidsovereenkomst. Vriendin valt onder begrip ‘partner’ uit toepasselijke voorwaarden.

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen. Trambestuurder veroorzaakt ongeluk onder invloed van drugs. Juist van een veiligheidsfunctionaris wordt verwacht dat hij zich houdt aan de bedrijfsregels en procedures. Geen transitievergoeding.

Beursbedrijf moet handelaar, naast transitievergoeding van ruim € 60.000, billijke vergoeding van € 350.000 betalen. Werkgever heeft onvoldoende ondernomen tegen onveilige en vrouwonvriendelijke werksfeer.

Hotel heeft – na verstrijken wachttijd – nog steeds passende werkzaamheden beschikbaar voor re-integrerende werkneemster. Hotel dient positief in te gaan op aanbod werkneemster om die werkzaamheden te verrichten en haar het daarmee corresponderende loon te voldoen.

Werkgeefster had in overleg moeten treden met werknemers over de gewenste wijziging van de arbeidsvoorwaarden. De eenzijdig doorgevoerde wijziging van primaire arbeidsvoorwaarden is niet rechtsgeldig.

Vordering wedertewerkstelling salesmanager in eigen functie toegewezen. Werkgever heeft de noodzaak om werknemer een maand na start in de functie uit zijn leidinggevende functie te zetten, onvoldoende aannemelijk gemaakt.