Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 6 oktober 2023
ECLI:NL:RBAMS:2023:9010
Feiten
Werkneemster is werkzaam geweest bij DHL. Zij is arbeidsongeschikt geweest en zou vanaf 1 mei 2023 weer volledig inzetbaar zijn voor haar eigen werkzaamheden. Op 28 april 2023 is aan werkneemster medegedeeld dat haar contract niet wordt verlengd. Op 1 mei 2023 heeft werkneemster zich ziekgemeld. De supervisor heeft werkneemster gevraagd hem terug te bellen. Dat heeft zij niet gedaan. Ook op latere verzoeken heeft zij niet gereageerd. DHL heeft op 1 mei 2023 een bevestiging van het eindigen van het contract naar werkneemsters werk-e-mail gestuurd, geadresseerd aan haar huisadres. Werkneemster heeft bij brief van 6 juni 2023 aanspraak gemaakt op de aanzegvergoeding. DHL heeft dit bedrag niet betaald. Werkneemster vordert in onderhavige procedure betaling van de aanzegvergoeding.
Oordeel
Beoordeeld moet worden of DHL met de e-mail van 1 mei 2023, gericht aan het zakelijke e-mailadres van werkneemster, aan haar aanzegverplichting heeft voldaan. In beginsel worden geen strikte eisen aan het schriftelijkheidsvereiste van de aanzegging gesteld. Dat de aanzegging in deze procedure per e-mail is verstuurd, is in beginsel dus geen bezwaar. Werkneemster heeft echter betwist dat zij de e-mail met de aanzegging heeft ontvangen. Het is aan DHL om feiten en omstandigheden te stellen en zo nodig te bewijzen, waaruit volgt dat de aanzegging is verzonden naar een adres waarvan zij redelijkerwijs mocht aannemen dat werkneemster op dat adres kon worden bereikt en dat de aanzegging daar ook is aankomen. DHL kon naar het oordeel van de kantonrechter niet zonder meer van werkneemster verlangen dat zij tijdens haar ziekte haar zakelijke e-mail zou checken en lezen. Het lag op de weg van DHL om haar werkneemster, die ziek thuis zat, ook in privé schriftelijk te berichten, per e-mail op het privéadres, per whatsapp of op een andere manier. Het besef daarvan bij DHL lijkt ook wel aanwezig te zijn geweest, gezien de adressering van de aanzegbrief op het thuisadres van werkneemster. Daadwerkelijke bezorging van de schriftelijke aanzegging bij werkneemster kan echter niet worden vastgesteld. Het risico daarvan komt voor rekening van DHL. DHL is op grond van 7:668 lid 3 BW één maandloon aan werkneemster als aanzegvergoeding verschuldigd.