Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Elis B.V.
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 29 augustus 2025
ECLI:NL:RBGEL:2025:8791
Schadevergoedingsvordering werknemer na beƫindiging van het dienstverband afgewezen. Vordering leent zich niet voor kortgedingprocedure. Bewindvoering.

Feiten

Werkneemster is op 9 januari 2017 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) Elis B.V., op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van zeven maanden, in de functie van accountmanager. De einddatum betrof 8 augustus 2017. Bij brief van 9 juli 2025 heeft de bewindvoerder q.q. zich in de procedure gevoegd. Vanaf die datum wordt de bewindvoerder q.q. als eisende partij aangemerkt. Op 9 maart 2017 heeft werkneemster een officiële waarschuwing ontvangen. Op 6 april 2017 meldt werkneemster zich ziek, waarna de bedrijfsarts oordeelt dat er sprake is van een arbeidsconflict. Na diverse gesprekken tussen partijen wordt werkneemster met ingang van 19 april 2017 tot de einddatum van het dienstverband vrijgesteld van werkzaamheden. Werkneemster vordert onder meer een verklaring voor recht dat het dienstverband met Elis nooit op rechtsgeldige wijze is beëindigd en een veroordeling tot betaling van een schadevergoeding van € 447.353 netto op basis van arbeidsrechtelijke verplichtingen, alle wetsovertredingen en aangerichte schade. Werkneemster stelt sinds 2018 in een situatie van ernstige bestaansonzekerheid te verkeren en dat dit het gevolg is van het handelen en nalaten van Elis. Zij is haar woning verloren, werd dakloos, raakte al haar bezittingen, huisraad en huisdieren kwijt en raakte langdurig psychisch ontregeld. Elis concludeert tot niet-ontvankelijkheid dan wel tot afwijzing van de vorderingen omdat werkneemster geen spoedeisend belang heeft bij haar vordering nu de gestelde grondslag voor de vorderingen is gelegen in 2017 en deze procedure zo’n acht jaar later is begonnen. 

Oordeel

Los van het antwoord op de vraag of werkneemster een spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, is de kantonrechter van oordeel dat de vorderingen zich niet lenen voor een kortgedingprocedure en daarom moeten worden afgewezen. Uit de overgelegde stukken en op basis van de door Elis gegeven toelichting kan, voorlopig oordelend, niet worden vastgesteld dat bij het einde van het dienstverband tussen werkneemster en Elis sprake is geweest van onregelmatigheden die de rechtsgeldigheid van de beëindiging van het dienstverband kunnen aantasten en dat Elis als gevolg daarvan aansprakelijk is voor de door werkneemster gestelde, door haar geleden, schade. Datzelfde geldt voor de overige door werkneemster aangevoerde gronden. Om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen over de gestelde schadeveroorzakende gebeurtenissen dient naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter nader feitenonderzoek te worden verricht en/of verdere bewijsvoering te worden geleverd, waarvoor de onderhavige kortgedingprocedure zich niet leent.