Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Breda), 16 juni 2025
ECLI:NL:RBZWB:2025:6764
Feiten
Werknemer is sinds 1 maart 2013 in dienst bij werkgeefster. Werkgeefster is gespecialiseerd in de ontwikkeling en productie van connectiesystemen, bekabeling en software voor de auto-industrie. De functie van werknemer is manager research & development (R&D) met een loon van € 6.821,09 bruto per maand, exclusief emolumenten. Op 3 december 2024 is werknemer op staande voet ontslagen, onder meer vanwege het vervalsen van een testplan. Tussen partijen is in geschil of het ontslag rechtsgeldig is gegeven en of partijen over en weer vergoedingen aan elkaar verschuldigd zijn.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Ontslag op staande voet rechtsgeldig
Partijen zijn het erover eens dat voor een ACPS/Tesla-product TS-008-HLC een stekkerdoos van werkgeefster is gebruikt, terwijl daarvoor conform de tekening van de klant (ACPS) een zogenoemde Plastimat-stekkerdoos gebruikt had moeten worden. Na klachten over lekkageproblemen is voormelde fout ontdekt. In een poging om aan te tonen dat de stekkerdoos van werkgeefster niet de oorzaak van de lekkageproblemen is, heeft werknemer een eerder opgesteld testrapport aan de klant toegestuurd. Hierna ontdekte werknemer dat dit testrapport gebaseerd was op een testplan dat stekkerdozen van FEP en Plastimat bevatte en niet van werkgeefster. Volgens werknemer zou voor de stekkerdoos van werkgeefster echter hetzelfde gelden als voor de FEP-stekkerdoos. Daarom en om te voorkomen dat de klant zou ontdekken dat het toegestuurde rapport is gebaseerd op een testplan dat geen stekkerdoos van werkgeefster bevatte, heeft werknemer het testplan zonder overleg met werkgeefster aangepast, zodanig dat het leek alsof het testplan dat ten grondslag lag aan het verstuurde rapport (wel) stekkerdozen van werkgeefster en Plastimat bevatte. Werknemer heeft dit aangepaste testplan naar zijn teamleden gemaild en het is ook met de klant gedeeld. Omdat er onduidelijkheden waren en vragen ontstonden over het door werknemer gemailde testplan, ging men op zoek naar het oorspronkelijke document. Vervolgens bleek dat het oorspronkelijke testplan afweek van het door werknemer gemailde testplan. Daarna is opgemerkt dat werknemer het betreffende testplan had aangepast, hetgeen werknemer toen ook heeft erkend. Naar het oordeel van de kantonrechter levert het aanpassen van het testplan door werknemer, zonder medeweten van werkgeefster, een dringende reden voor ontslag op. Hierbij is van belang dat hij het testplan zo heeft aangepast dat de aanpassingen niet zichtbaar waren en het leek alsof het aangepaste document het oorspronkelijke testplan betrof. Dit kwalificeert als een dringende reden voor ontslag op staande voet. Werknemer komt dan ook geen billijke vergoeding toe.
Gedeeltelijke transitievergoeding
Hoewel het eindigen van de arbeidsovereenkomst naar het oordeel van de kantonrechter het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van werknemer, wordt aan werknemer toch een transitievergoeding toegekend op grond van artikel 7:673 lid 8 BW. Het niet toekennen van de transitievergoeding is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, gelet op de lange duur van het dienstverband, het relatief – ten opzichte van zijn functie en laatstgenoten loon – lage opleidingsniveau van werknemer en het feit dat werkgeefster het door werknemer aangepaste testplan wel heeft gebruikt voor haar klant. In dat licht wijst de kantonrechter een transitievergoeding toe van € 15.869,02 bruto (niet de volledige transitievergoeding van € 31.738,03 bruto). Werkgeefster heeft voorts recht op de door haar gevorderde gefixeerde schadevergoeding van € 15.119 bruto. Voornoemde bedragen worden met elkaar verrekend.
