Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Ohm Y B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 10 oktober 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:11822
Vernietiging ontslag op staande voet. Werkgeefster failliet. Verstek. Toewijzing loonvordering vanaf datum faillissement.

Feiten

Werkneemster werkte bij Ohm Y B.V. op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Op 7 april 2025 is zij op staande voet ontslagen waarbij Ohm Y als gronden hanteerde (a) het zonder kennisgeving afwezig zijn, (b) een verklaring van werkneemster aan derden dat zij niet meer bij Ohm Y werkzaam was, (c) het niet bereikbaar zijn voor overleg en (d) werkweigering. Werkneemster verzoekt vernietiging van het ontslag op staande voet en vordert loon en afdracht van de pensioenpremie. Vanwege het faillissement van Ohm Y is de procedure ambtshalve geschorst voor zover het gaat om verzoeken die zien op voldoening van een verbintenis uit de boedel (zoals betaling van een geldsom). Deze vorderingen moeten ter verificatie bij de curator worden ingesteld. Het gaat in deze procedure daarom alleen nog om de verzoeken die niet geverifieerd kunnen worden. De verzochte voorlopige voorziening komt – voor zover het verzoek niet ziet op het deel van de procedure dat is geschorst – niet voor toewijzing in aanmerking omdat in deze beschikking een eindoordeel wordt gegeven. Omdat de curator niet is verschenen, wordt deze procedure voortgezet tegen Ohm Y. Ohm Y is op 19 augustus 2025 niet verschenen. Ze is met een exploot opgeroepen voor 4 september 2025 en ook toen niet verschenen. De kantonrechter oordeelt dat Ohm Y niet nog een keer hoeft te worden opgeroepen en doet direct uitspraak.

Oordeel

In haar brieven van 30 juli en 22 augustus 2025 heeft werkneemster haar verzoeken aangepast. De kantonrechter laat die aanpassingen buiten beschouwing en oordeelt over het oorspronkelijke verzoek. Ohm Y is namelijk niet verschenen in de procedure en uit het exploot van 25 augustus 2025 blijkt niet dat deze aanpassingen van het verzoek betekend zijn. Het ontslag op staande voet wordt vernietigd omdat werkneemster niet akkoord is gegaan met de opzegging en er niet is voldaan aan alle voorwaarden voor een ontslag op staande voet. Die voorwaarden zijn kort gezegd een dringende reden, onverwijld opzeggen en onverwijld meedelen van de reden. Ohm Y is op 2 september 2025 failliet verklaard. Vanaf die datum is het loon van werkneemster een boedelschuld.  Het geding kan worden voortgezet tegen Ohm Y, omdat de curator de procedure niet heeft overgenomen (Hof ’s-Hertogenbosch 31 maart 2025, ECLI:NL:GHSHE:2015:1106). Het verzoek om het loon te betalen wordt vanaf 2 september 2025 toegewezen. Op 7 april 2025 heeft werkneemster zich ziekgemeld. Voor zover werkneemster op 7 oktober 2025 nog steeds arbeidsongeschikt is, hoeft Ohm Y dus vanaf dan slechts 90% van het loon door te betalen. Alle overige verzoeken van werkneemster komen erop neer dat Ohm Y wordt veroordeeld om iets te betalen vanuit de failliete boedel. De procedure is ten aanzien van die verzoeken van rechtswege geschorst (HR 18 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2100).