Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Bilstraat Wellness & Horeca B.V.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 10 september 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:4847
Werkneemster is ziek en volledig arbeidsongeschikt. Vordering tot betaling van achterstallig loon en achterstallige vakantietoeslag.

Feiten

Werkneemster heeft een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met Biltstraat Wellness & Horeca. Haar laatstgenoten salaris bedraagt € 2.240 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten. Sinds 1 juni 2024 is zij volledig arbeidsongeschikt wegens ziekte. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Horeca van toepassing. Op grond van deze cao was Biltstraat Wellness & Horeca gehouden om tot 1 juni 2025 95% van het salaris te betalen en daarna 75%.

Werkneemster stelt dat Biltstraat Wellness & Horeca haar achterstallig loon en vakantiegeld moet betalen. Zij heeft stukken overgelegd waaruit blijkt dat zij het bedrijf meermaals en op verschillende manieren heeft geprobeerd te bereiken om betaling te verkrijgen, zonder resultaat.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Omdat Biltstraat Wellness & Horeca geen verweer heeft gevoerd, gaat de kantonrechter uit van de stellingen van werkneemster. De vorderingen komen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en worden toegewezen. Biltstraat Wellness & Horeca moet aan werkneemster € 9.744 bruto aan achterstallig salaris en € 2.024 bruto aan achterstallige vakantietoeslag betalen. De kantonrechter ziet geen aanleiding om de gevorderde wettelijke verhoging van 50% over deze bedragen te matigen, zodat ook dit wordt toegewezen. Daarnaast wordt de vordering tot betaling van € 1.680 bruto per maand vanaf 1 augustus 2025 toegewezen, te vermeerderen met tussentijdse verhogingen en de wettelijke verhoging van 50% in geval van niet-tijdige betaling. Omdat Biltstraat Wellness & Horeca in het ongelijk is gesteld, wordt zij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, inclusief nakosten.