Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werknemer
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Amersfoort), 15 juli 2025
ECLI:NL:RBMNE:2025:3390
Werkgever verzoekt ontbinding arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding. Werknemer betwist verstoring niet; arbeidsovereenkomst wordt ontbonden. Werknemer heeft aanspraak op beëindigingsvergoeding van € 25.000 bruto (inclusief transitievergoeding).

Feiten

Werknemer is sinds 1 november 2018 in dienst van werkgeefster. Werkgeefster verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. Werknemer betwist niet hetgeen werkgeefster aan het verzoek ten grondslag heeft gelegd.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van hetgeen over en weer is aangevoerd, is de kantonrechter van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat er sprake is van een redelijke grond voor opzegging, en daarmee voor ontbinding, van de arbeidsovereenkomst van partijen. Het ontbindingsverzoek wordt daarom ingewilligd. Partijen zijn het erover eens dat werknemer aanspraak heeft op een beëindigingsvergoeding van € 25.000 bruto, waarin de wettelijke transitievergoeding van € 16.850,24 bruto is inbegrepen. Werkgeefster wordt daarom veroordeeld tot betaling van die vergoeding.