Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 17 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9407
Feiten
Ex-werkneemsters zijn op 1 april 2019 respectievelijk 1 april 2021 op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst getreden bij de Spraakfabriek B.V. in de functie van logopediste. Er is een concurrentie- en relatiebeding van toepassing. De Spraakfabriek voert een praktijk voor logopedie en communicatie. De hoofdvestiging bevindt zich in Hoornaar, gemeente Molenlanden. De Spraakfabriek heeft daarnaast op meerdere plaatsen in de omgeving nevenvestigingen, waaronder in Gorinchem. Ex-werkneemsters hebben hun arbeidsovereenkomsten met de Spraakfabriek opgezegd per 31 december 2023. Zij zijn vervolgens gezamenlijk een nieuwe eigen praktijk voor logopedie begonnen in Gorinchem. De Spraakfabriek stelt dat zij er naar aanleiding van LinkedIn-bericht en een daarop volgend telefoongesprek met een derde achter is gekomen dat ex-werkneemsters in maart 2024 deze derde hebben benaderd om mee te werken aan de Taaldag 2025. Dit kan gezien worden als acquisitie. Hierdoor hebben zij volgens de Spraakfabriek het concurrentiebeding overtreden en zijn zij boetes verschuldigd. De Spraakfabriek vordert een verklaring voor en een veroordeling tot betaling van een boete.
Oordeel
Ex-werkneemsters hadden in 2024 nog geen praktijk in Gorinchem, zij hebben pas op 1 januari 2025 een vestiging in Gorinchem geopend. De organisatie van de Taaldag 2025 is weliswaar deels in 2024 begonnen door de gemeente Gorinchem en Taalschatten, maar dat zijn geen ondernemingen die gelijk, gelijksoortig of aanverwant zijn aan de Spraakfabriek. Dat de derde persoon ook werkzaam is voor een school waar de Spraakfabriek een vestiging heeft en waar ex-werkneemsters tijdens het dienstverband met de Spraakfabriek hebben gewerkt, maakt niet dat het concurrentiebeding is overtreden, omdat onbetwist is dat de derde persoon ook werkzaam is voor de gemeente Gorinchem en vanuit die hoedanigheid de Taaldag 2025 heeft georganiseerd. De Spraakfabriek is zelf ook niet betrokken geweest bij de Taaldag 2024 (evenmin als bij de Taaldag 2025) en evenmin heeft zij onderbouwd dat het meewerken aan dergelijke evenementen tot haar kernactiviteit (praktijk voor logopedie en communicatie) behoort. De vorderingen van de Spraakfabriek worden afgewezen.