Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/ werkgeefster
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 18 juli 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9448
De zorgplicht krijgt nader vorm door publiekrechtelijke regelgeving waaronder de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit. Wanneer bepaalde regels daarvan niet zijn nageleefd, kan dit een schending van de zorgplicht met zich brengen.

Feiten

Werknemer is uitgezonden aan werkgeefster om arbeid te verrichten. Werkgeefster heeft werknemer tewerkgesteld op haar project bij Matrans Rotterdam Terminal B.V. (hierna: Matrans). Op 18 november 2022 heeft werknemer tijdens zijn werkzaamheden bij Matrans letsel aan zijn been opgelopen. Op 1 juni 2023 heeft werkgeefster werknemer bericht dat zij hem (op basis van de door de behandelende artsen gedane uitlatingen) per 1 juli 2023 weer in staat achtte om zijn werkzaamheden te hervatten. Werknemer is niet op het werk verschenen. Ook heeft werkgeefster nadien, ondanks diverse pogingen daartoe, geen contact meer kunnen krijgen met werknemer. Daarop heeft zij de arbeidsovereenkomst op 18 augustus 2023 per brief opgezegd. De gemachtigde van werknemer heeft werkgeefster op 22 januari 2025 aansprakelijk gesteld op grond van artikel 7:658 BW voor alle geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval van 18 november 2022. De gemachtigde van werkgeefster heeft de aansprakelijkheid bij e-mail van 17 maart 2025 van de hand gewezen. Werknemer verzoekt een verklaring voor recht dat werkgeefster jegens hem aansprakelijk is voor het hem op of omstreeks 18 november 2022 opgelopen arbeidsongeval.

Oordeel

Hoewel er in het onderhavige geval nog geen daadwerkelijke buitengerechtelijke onderhandelingen hebben plaatsgevonden staat dit aan het starten van deze deelgeschilprocedure niet in de weg. De aansprakelijkheidsvraag betreft immers doorgaans een geschilpunt aan het begin van het traject van minnelijke onderhandelingen en vaststaat dat werkgeefster, na aansprakelijk gesteld te zijn, de aansprakelijkheid direct van de hand heeft gewezen. De onderhandelingen zijn dan ook niet verder van de grond gekomen. In dit geval is de situatie aan de orde zoals omschreven in artikel 7:568 lid 4 BW, nu werknemer ten tijde van het ongeval in dienst was van uitzendbureau Peoples Job Choice B.V., maar feitelijk tewerkgesteld was door werkgeefster.

Geen schending klachtplicht

Werkgeefster heeft zich erop beroepen dat werknemer zijn klachtplicht ex artikel 6:89 BW heeft geschonden, omdat hij na het laatste contact tussen partijen in juni 2023 tot aan de datum van aansprakelijkstelling van 22 januari 2025 niets van zich te laten horen. De kantonrechter volgt dit standpunt niet. Het enkele tijdsverloop maakt nog niet dat te laat is geprotesteerd. Werkgeefster heeft vanaf 18 november 2022 de mogelijkheid gehad om (uitvoerig) onderzoek te verrichten naar de omstandigheden waaronder het ongeval heeft plaatsgevonden en de veiligheidsmaatregelen en instructies die op dat moment binnen haar bedrijf golden. Voor zover zij dit niet (uitvoerig) heeft gedaan, komt dit (mede) voor haar eigen rekening en risico.

Werknemer heeft voldaan aan de stelplicht

De kantonrechter is van oordeel dat werknemer voor wat betreft de in deze procedure voorgelegde (aansprakelijkheids)vraag aan zijn stelplicht heeft voldaan. In dit verband wordt erop gewezen dat het aan werknemer is om te stellen (en bij betwisting te bewijzen) dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Deze bewijslast gaat niet zover dat op werknemer de last rust te bewijzen wat de toedracht van een bedrijfsongeval was of wat de oorzaak ervan is. Vervolgens is het aan werkgeefster om aan te tonen dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan, dan wel dat de schade een gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van werknemer.

Werkgever is aansprakelijk

Dat werknemer schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden staat naar het oordeel van de kantonrechter voldoende vast. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werkgeefster niet, althans onvoldoende, aangetoond dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. Daarbij acht de kantonrechter van belang dat de Arbeidsinspectie in het ongevalsrapport heeft opgemerkt dat het ongeval heeft kunnen gebeuren omdat er geen veilige werkwijze werd gehanteerd om de metalen banden te verwijderen en het daarna verplaatsen van de anodes. Hoewel juist is dat een door de Arbeidsinspectie vastgestelde overtreding niet automatisch en in alle gevallen civielrechtelijke aansprakelijkheid met zich brengt, hecht de kantonrechter in dit geval wel betekenis aan de bevindingen van de Arbeidsinspectie. De zorgplicht krijgt nader vorm door publiekrechtelijke regelgeving. Wanneer bepaalde regels daarvan niet zijn nageleefd, kan dit dus ook een schending van de zorgplicht in de zin van artikel 7:658 BW met zich brengen. Werkgeefster heeft ook niet toegelicht waarom zij de bevindingen van de Arbeidsinspectie niet deelt of waarom deze onjuist zouden zijn. Dat en, zo ja, op welke wijze werkgeefster aan haar zorgplicht heeft voldaan, heeft zij in deze procedure in het geheel niet toegelicht en onderbouwd. Hoewel werknemer onzorgvuldig/onoplettend is geweest, is er geen sprake van opzet dan wel bewuste roekeloosheid. Het feit dat werknemer mede schuldig is aan het ontstaan van een ongeval is niet relevant, nu in de tekst van artikel 7:658 BW is bepaald dat de schade het gevolg moet zijn van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer, hetgeen iets anders is dan het gevolg van medeschuld van de werknemer.