Feiten

Werkneemster is op grond van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 13 februari 2024 tot en met 12 september 2024 in dienst geweest van Stichting Accuraat Begeleid Wonen. Werkneemster heeft op 28 mei 2024 de werkplek verlaten. Op enig moment was het voor Accuraat Begeleid Wonen duidelijk dat werkneemster niet meer op het werk verscheen wegens ziekte en dat die ziekte er al was op 28 mei 2024. Bij brief van 18 juni 2024 heeft Accuraat Begeleid Wonen aan werkneemster geschreven dat zij sinds 28 mei 2024 niets meer van werkneemster had vernomen en haar verzocht zo spoedig mogelijk contact op te nemen bij gebreke waarvan het loon zou worden opgeschort. Op 2 augustus 2024 heeft een medewerkster van de arbodienst een bezoek gebracht aan de woning van werkneemster. Omdat deze medewerkster werkneemster niet aantrof, heeft zij een brief achtergelaten met daarin het verzoek om op 2 augustus 2024 contact op te nemen op het in die brief vermelde telefoonnummer. Dat heeft werkneemster niet gedaan. Bij brief van 9 augustus 2024 heeft Accuraat Begeleid Wonen werkneemster aangezegd de arbeidsovereenkomst niet te zullen verlengen. Werkneemster vordert veroordeling van Accuraat Begeleid Wonen tot betaling van € 6.705,43 aan achterstallig salaris. Zij voert aan dat zij vanaf 28 mei 2024 ziek was en dus recht had op loon tot aan het einde van de tijdelijke arbeidsovereenkomst.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. De vraag is of het loon op 18 juni 2024 terecht is opgeschort. Werkneemster stelt dat zij vanaf 28 mei 2024 ziek was. Zij erkent dat haar is gevraagd om te reageren, maar stelt dat zij dat niet kon, omdat ze daar te ziek voor was. Mocht komen vast te staan dat werkneemster zo ziek was dat zij het niet kon opbrengen om te reageren, dan kan het zo zijn dat de opschorting van het loon komt te vervallen en zou achteraf kunnen blijken dat zij recht heeft op loon. Daarvoor is wel nodig dat werkneemster voldoende kan onderbouwen dat ze niet kon reageren op het verzoek van Accuraat Begeleid Wonen om in contact te komen en ook niet op het verzoek van de arbodienst om contact op te nemen. Hier heeft de kantonrechter sterke twijfels over. Werkneemster heeft desgevraagd verklaard dat zij dacht niet meer te hoeven reageren op het bericht van de arbodienst, omdat zij dat bericht dusdanig laat had gezien dat het niet meer lukte om binnen 24 uur dan wel dezelfde dag te reageren. Werkneemster had echter moeten begrijpen dat zij ook buiten de korte termijn die haar gegeven was contact had moeten opnemen met de arbodienst. Werkneemster heeft geen goede onderbouwing gegeven waarom zij niet heeft gereageerd op het verzoek van Accuraat Begeleid Wonen en op dat van de arbodienst om contact op te nemen. De vordering tot betaling van achterstallig salaris wordt daarom afgewezen.