Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgeefster
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 30 april 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:9324
Ontslag op staande voet van een verpleegkundige wegens aanvullende medicatietoediening. Werkneemster verzoekt betaling van verschillende vergoedingen.

Feiten

Werkneemster werkte sinds 30 maart 2020 bij werkgeefster als verpleegkundige. Zij is op 22 november 2024 op staande voet ontslagen omdat zij gedurende een avonddienst een bewoner van de afdeling met niet-aangeboren hersenletsel tot viermaal toe aanvullende medicatie heeft toegediend, terwijl hem na een eerste toediening alleen na overleg met de arts een vervolgdosering kan worden gegeven. Hiermee heeft zij de betrokken bewoner in ernstig gevaar gebracht. Werkneemster heeft tijdens de zitting aangegeven dat zij niet meer bij werkgeefster wil werken. Zij legt zich dus bij het ontslag neer, maar zij vraagt om een billijke vergoeding, een transitievergoeding en een gefixeerde schadevergoeding. Werkgeefster vindt dat alle verzoeken  moeten worden afgewezen en zij verzoekt zelf een verklaring voor recht dat de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst is geëindigd door een rechtsgeldig verleend ontslag op staande voet. 

Oordeel

Naar het oordeel van de kantonrechter schrijft de medicatielijst van de bewoner duidelijk voor dat de bewoner maximaal één dosis nitroglycerinespray per dag mocht krijgen. De kantonrechter is verder van oordeel dat werkneemster, door zonder overleg met een arts van de medicatielijst af te wijken en naar eigen inzicht medicatie toe te (blijven) dienen, een onverantwoord en onaanvaardbaar risico heeft genomen met het welzijn van de bewoner. De stelling van werkneemster dat er steeds genoeg tijd tussen de doses nitroglycerinespray heeft gezeten maakt het oordeel van de kantonrechter niet anders. Van werkgeefster kan in dit geval ook niet worden gevergd dat zij zou volstaan met het geven van een (ernstige) officiële waarschuwing. Zij heeft namelijk geen enkele waarborg dat het niet opnieuw zal gebeuren. Werkneemster heeft geen blijk gegeven van schuldbesef of zelfreflectie, maar heeft de verantwoordelijkheid voor haar handelen bij de bewoner neergelegd. Werkgeefster heeft onverwijld opgezegd en de ontslagreden is ook onverwijld medegedeeld. De verzoeken van werkneemster worden afgewezen en zij moet de proceskosten betalen.