Rechtspraak
Feiten
Werkneemster is op 2 september 2024 in dienst getreden bij Koog. Omdat werkneemster steeds te laat werd uitbetaald, heeft zij op 22 januari 2025 ontslag genomen. Het loon over de gewerkte uren in november en december 2024 heeft werkneemster niet uitbetaald gekregen, ook niet nadat zij Koog daartoe heeft gesommeerd. Werkneemster vordert betaling. Koog is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, hoewel de dagvaarding op behoorlijke wijze is uitgebracht.
Oordeel
Omdat Koog niet is verschenen en de vorderingen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen, worden deze toegewezen. De wettelijke verhoging wordt bepaald op 50%. De gevorderde dwangsom op afgifte van de salarisspecificaties en de eindafrekening zal ook worden toegewezen. Onweersproken is gebleven dat Koog geen loonaangifte heeft gedaan. Werkneemster heeft de salarisspecificaties daarom nodig om aanspraak te kunnen maken op een werkloosheidsuitkering bij het UWV. Eerdere sommaties tot afgifte van salarisspecificaties hebben niet tot het gewenste resultaat geleid, zodat werkneemster haar belang bij het opleggen van een dwangsom voldoende heeft onderbouwd.