Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 9 juli 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:7296
Feiten
Werknemer is sinds 1 augustus 2020 in dienst bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (hierna: DJI) als medior penitentiair inrichtingswerker. Werknemer is ambtenaar, zodat de Ambtenarenwet 2017 en de bijzondere positie van de ambtenaar die daarin wordt beschreven van toepassing is. Daarnaast is de Gedragscode Integriteit Rijk met daarin opgenomen de Gedragscode-DJI onderdeel van de arbeidsovereenkomst. In 2025 heeft werknemer op zijn verjaardag dienst op de B-afdeling met gedetineerden. Rond kwart over 9 's avonds is hij naar de C-afdeling gegaan. Daar heeft hij contact gehad met een bewoonster van de IND-leefafdeling. DJI ontving van de meldkamer een melding over het gedrag van werknemer en de bewoonster. Naar aanleiding van de melding heeft DJI de camerabeelden bekeken. Hierop is te zien dat werknemer en de bewoonster ruim acht minuten een gesprek voeren in de open afdeling, waarbij ze elkaar meermaals aanraken. Op 4 maart 2025 is met werknemer een hoor- en wederhoorgesprek gevoerd. Werknemer werd na dit gesprek op staande voet ontslagen 'wegens het onderhouden van een niet professionele relatie met een bewoonster van de afdeling IND in strijd met de Gedragscode-DJI'.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer betwist dat zijn gedragingen voldoende ernstig zijn voor een ontslag op staande voet. Uit de Gedragscode-DJI - waarmee werknemer bekend was (of in ieder geval had moeten zijn) - volgt naar het oordeel van de kantonrechter duidelijk dat iedere relatie (anders dan een werkrelatie) verboden is. En bij de kernwaarde professionaliteit staat expliciet: "in contacten met justitiabelen zorgt u dat u professionele afstand houdt'. Dit heeft werknemer niet gedaan. Het bestaan van iedere relatie brengt evident (veiligheids)risico’s met zich mee en er spelen zwaarwegende belangen. Dit volgt ook uit een arrest van het gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2024:2138). Het argument van werknemer dat met IND-bewoners ‘losser’ mag worden omgegaan, volgt de kantonrechter niet en maakt niet dat zijn gedragingen hem minder kunnen worden aangerekend. Bij die doelgroep is juist extra sprake van grote afhankelijkheid, kwetsbaarheid en een machtspositie. Werknemer heeft mogelijk verwachtingen bij de bewoonster geschapen door zijn manier van omgang met haar. Hij had de bewoonster te allen tijde op professionele afstand moeten houden. De kantonrechter vindt het bovendien zeer kwalijk dat het is gebeurd in het bijzijn van andere collega’s en andere IND-bewoners, omdat werknemer een voorbeeldfunctie had. Kortom: werknemer had (veel) beter moeten weten en het onprofessionele handelen van werknemer haalt in de gegeven omstandigheden de hoge lat voor een ontslag op staande voet.