Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/DAF Trucks N.V.
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie Eindhoven), 5 juni 2025
ECLI:NL:RBOBR:2025:3351
Vordering werknemer tot wedertewerkstelling toegewezen. Reden voor op non-actiefstelling is dezelfde als werkgever aan ontbindingsverzoek ten grondslag heeft gelegd. Ontbindingsverzoek is bij beschikking van heden afgewezen; geen aanleiding de op non-actiefstelling in stand te houden.

Feiten

Werknemer is sinds oktober 1997 in dienst bij DAF Trucks N.V. (hierna: DAF) in de functie van logistiek medewerker. Onderdeel van zijn functie is het besturen van een zogenoemde ‘logistieke trein’, een kleine trekker waar verschillende karren achter hangen met goederen. Sinds februari 2024 merkte DAF dat er kleine voorraadverschillen begonnen te ontstaan in de verstuivers, waarop DAF Hoffmann Bedrijfsrecherche heeft ingeschakeld. Hoffmann heeft in december 2024 een viertal werknemers, onder wie werknemer en zijn twee leidinggevenden, verhoord. De twee leidinggevenden hebben toegegeven dat zij pallets met verstuivers ‘op een trein’ hebben gezet en dat zij daar geld voor kregen. Zij zijn op 18 december 2024 op staande voet ontslagen. Werknemer en een andere medewerker hebben aangegeven hier niet bij betrokken te zijn geweest. Zij zijn op 18 december 2024 voor nader onderzoek geschorst, met doorbetaling van loon. Bij beschikking van heden is de door DAF verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst van werknemer (op de e- en g-grond) afgewezen, omdat er geen redelijke grond voor die ontbinding is (zie AR 2025-0833). Werknemer vordert in kort geding wedertewerkstelling.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat uit de aard van de vorderingen volgt dat werknemer voldoende spoedeisend belang bij een voorlopige beslissing heeft. Bovendien duurt de op non-actiefstelling nu al geruime tijd, zodat ook om deze reden het geven van een beslissing over het al dan niet langer laten voortduren daarvan, een spoedeisend belang oplevert. In de ontbindingsprocedure die DAF heeft aangespannen, is de door DAF verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst bij beschikking van vandaag afgewezen. Geoordeeld is dat het handelen van werknemer niet zodanig is dat van DAF in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, terwijl ook geen sprake is van een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. De reden voor de op non-actiefstelling van werknemer heeft DAF ook aan het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ten grondslag gelegd. Nu dat verzoek is afgewezen, ziet de kantonrechter geen aanleiding de op non-actiefstelling in stand te houden. Toewijzing van de vordering tot wedertewerkstelling volgt.