Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 1 juli 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:4384
Feiten
Werknemer is per 1 november 2016 in dienst getreden bij Witte Kruis Middelen B.V. (hierna: Witte Kruis), in de functie van ambulanceverpleegkundige, op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, tegen een brutoloon van € 5.586, met een vakantietoeslag van 8% en een eindejaarsuitkering van 8,33%. De cao Ambulancezorg 2021–2025 (hierna: de cao) is van toepassing, waarin onder meer een bepaling is opgenomen dat op verzoek van werknemer de vergoeding voor onregelmatige diensten kan worden verstrekt in de vorm van vrije tijd. Ook is een bepaling opgenomen over loon bij ziekte, namelijk dat onder het vastgestelde loon wordt verstaan het salaris van de werknemer vermeerderd met structurele looncomponenten zoals onregelmatigheidstoeslag en bereikbaarheidsdienstentoeslag. Partijen procederen over de vraag of de onregelmatigheidstoeslag, die werknemer op zijn eigen verzoek ontvangt in de vorm van (extra) vrije dagen, moet worden meegenomen in de berekening van zijn loon tijdens vakantie en ziekte. Werknemer vordert een verklaring voor recht dat Witte Kruis gehouden is de (in tijd vertaalde) ORT-vergoeding als een looncomponent van het vakantieloon en van het ziekteloon aan te merken, waarbij de vergoeding wat betreft het vakantieloon wordt gebaseerd op de gemiddelde ontvangen onregelmatigheidstoeslag over het kalenderjaar voorafgaande aan die waarin de vakantie-uren worden opgenomen, en wat betreft het ziekteloon de vergoeding wordt gemeten op maandbasis over een periode van zes maanden voorafgaand aan de maand waarin de arbeidsongeschiktheid is ontstaan.
Oordeel
Tussen partijen is niet in geschil dat werknemer zijn werkzaamheden (ook) op onregelmatige tijden verricht en dat dit behoort tot de aan hem opgedragen taken. Er is dan ook sprake van een intrinsieke samenhang tussen de ORT en de werkzaamheden van werknemer. In de cao is ook bepaald dat de financiële vergoeding hiervoor (de ORT) dient te worden gerekend tot het gebruikelijke loon van werknemer en dat hij tijdens vakanties recht heeft op doorbetaling van het loon inclusief de ORT. Partijen zijn het ook eens over het recht op doorbetaling van ORT voor de situatie dat de werknemer ORT in geld ontvangt. In artikel 12.1 van de cao is bepaald dat de werknemer gedurende de vakantie recht behoudt op loon en tevens een vergoeding ORT ontvangt. In artikel 14.2 is bepaald dat ORT een looncomponent is van het loon bij ziekte. Op grond van de cao is de ORT dus als looncomponent onderdeel van het vakantieloon en het ziekteloon. De kantonrechter stelt vast dat de werknemers van Witte Kruis in beginsel de ORT als financiële vergoeding krijgen. Alleen als zij daar zelf om verzoeken, kan de ORT op grond van artikel 8.1 van de cao worden verstrekt in de vorm van vrije tijd. De kantonrechter is van oordeel dat Witte Kruis ook in de situatie van werknemer, die de keuze heeft gemaakt zijn ORT-vergoeding in de vorm van vrije dagen te ontvangen, die ORT-vergoeding moet meetellen bij het bepalen van de waarde van het vakantieloon. Voor dit oordeel is van belang dat tussen partijen niet in geschil is dat de ORT-vergoeding op grond van de cao een looncomponent is, dat werknemers van Witte Kruis die vergoeding in beginsel ontvangen in geld als onderdeel van hun salaris en dat de ORT wordt doorbetaald gedurende de vakantie zoals bepaald in artikel 12.1 van de cao. Het enkele feit dat werknemers zoals werknemer ervoor kiezen om de ORT-vergoeding om te zetten en aldus in de vorm van vrije dagen te ontvangen, maakt naar het oordeel van de kantonrechter niet dat er op dat moment geen sprake meer is van een looncomponent in de zin van de cao (en die dus meetelt bij de bepaling van de waarde van het vakantieloon). De vergoeding van de ORT in tijd is in de cao namelijk rechtstreeks gekoppeld aan de ORT in geld. De kantonrechter volgt Witte Kruis niet in haar standpunt dat een werknemer die zijn of haar ORT-vergoeding omzet in vrije tijd, een voordeel heeft ten opzichte van een werknemer die die keuze niet maakt, als bij die werknemer de gemiddelde ORT wordt meegenomen in het vakantieloon. De ORT-vergoeding moet in dit geval meetellen bij het bepalen van de waarde van het vakantieloon van werknemer en dit geldt gelet op de cao ook voor het loon tijdens ziekte.