Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 9 april 2025
ECLI:NL:RBNHO:2025:4215
Feiten
Werknemer is sinds 5 augustus 2024 in dienst bij Tempo-Team op basis van een uitzendovereenkomst. Vanaf 11 oktober 2024 was werknemer als productiemedewerker tewerkgesteld bij Vezet. Op 28 november 2024 heeft de chef productie bij Vezet aan werknemer meegedeeld dat Vezet hem niet langer zou inlenen. Bij e-mail van 1 december 2024 heeft Tempo-Team aan werknemer geschreven dat zijn werkzaamheden bij Vezet per 1 december 2024 ophouden en dat zij twee nieuwe vacatures voor hem heeft. Bij e-mail van 2 december 2024 heeft werknemer bij Vezet en Tempo-Team bezwaar gemaakt tegen zijn ‘ontslag’ en van beide een schadevergoeding van € 1.000.000 geëist. Bij e-mail van 19 december 2024 heeft Vezet aan werknemer geschreven dat Tempo-Team de klachtenprocedure heeft opgestart en dat - onder meer door het bekijken van het beschikbare beeldmateriaal - is geconcludeerd dat bij het beëindigen van de uitzendovereenkomst rechtmatig is gehandeld. Werknemer verzoekt de kantonrechter onder meer Vezet te verplichten om de camerabeelden van het incident van 28 november 2024 over te leggen. Verder verzoekt hij om Vezet en Tempo-Team ieder afzonderlijk te veroordelen tot betaling van een schadevergoeding van € 300.000 wegens onrechtmatig handelen door het onrechtmatig ontslag, discriminatie, schending van zijn privacy en een onmenselijke behandeling. Vezet en Tempo-Team voeren (ieder afzonderlijk) verweer en stellen dat de verzoeken van werknemer moet worden afgewezen.
Oordeel
Werknemer is zonder bericht niet op de zitting van 12 maart 2025 verschenen, omdat hij in zijn agenda een verkeerde zittingsdatum had genoteerd. Dat komt voor zijn rekening en risico nu hij voldoende op de hoogte is gesteld van de zittingsdatum.
Werknemer legt aan zijn verzoeken ten grondslag dat hij op 28 november 2024 tijdens zijn werkzaamheden bij Vezet fysiek is aangevallen door de chef productie. Werknemer wil de camerabeelden van het incident van 28 november 2024 ter ondersteuning van zijn standpunt. Werknemer heeft recht op inzage van de camerabeelden (artikel 194 (nieuw) Rv). De kantonrechter is van oordeel dat Vezet hieraan heeft voldaan door werknemer tot tweemaal toe in de gelegenheid te stellen om de camerabeelden bij haar op de vestiging te bekijken en door het vertonen van de camerabeelden op de zitting. In zijn reactie op de eerste uitnodiging heeft werknemer laten weten ‘niet geïnteresseerd te zijn in een ontmoeting’. In zijn reactie op de tweede uitnodiging heeft werknemer de eis gesteld dat twee journalisten hierbij aanwezig zijn. De kantonrechter is van oordeel dat Vezet deze eis terecht heeft kunnen afwijzen. Dat werknemer niet op de zitting is verschenen en de camerabeelden dus niet heeft kunnen bekijken, leidt niet tot een ander oordeel.
Vezet en Tempo-Team voeren aan dat geen sprake is van onrechtmatig ontslag, maar van een van rechtswege beëindiging van de uitzendovereenkomst door het beëindigen van de opdracht door Vezet. De opdracht is beëindigd, omdat werknemer de bedrijfsregels heeft overtreden door koffie mee te nemen naar de rookruimte en hij, nadat hij hierop was aangesproken, weigerde om uit de rookruimte te gaan. De kantonrechter volgt dit standpunt. Het gaat in dit geval immers om een uitzendovereenkomst als bedoeld in artikel 7:690 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Deze is van rechtswege geëindigd door de mededeling van Vezet aan Tempo-Team dat de opdracht wordt beëindigd. Op de daarna door Tempo-Team aangeboden vacatures is werknemer niet ingegaan, zodat er ook geen nieuwe uitzendovereenkomst tot stand is gekomen waaraan werknemer enige aanspraak zou kunnen ontlenen. Werknemer had geen inkomsten hoeven missen, als hij een van deze vacatures had geaccepteerd.
Door het niet verschijnen op de zitting heeft werknemer onvoldoende gereageerd op de standpunten van Vezet en Tempo-Team en heeft hij de vragen van de kantonrechter niet kunnen beantwoorden. Aan het niet verschijnen op de zitting kan de kantonrechter op grond van artikel 88 lid 2 Rv de gevolgen verbinden die hem geraden voorkomen. De kantonrechter verbindt hieraan in dit geval het gevolg dat de standpunten van Vezet en Tempo-Team voor juist worden gehouden. Overigens ondersteunen de camerabeelden deze standpunten. De kantonrechter houdt het er daarom voor dat er geen sprake is van aanraking van werknemer, van intimidatie, discriminatie en/of onmenselijke behandeling of anderszins onrechtmatig handelen door Tempo-Team en Vezet. Dit betekent dat er ook geen grond is om werknemer een schadevergoeding toe te kennen.
Beide verzoeken van werknemer worden daarom afgewezen.