Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 9 januari 2025
ECLI:NL:RBROT:2025:319
Feiten
Werkneemster werkte sinds 23 november 2017 bij Gom Schoonhouden B.V. (hierna: Gom), op het laatst als rayonleider (in opleiding). In de nacht van 22 augustus op 23 augustus 2024 is werkneemster tijdens haar vakantie met haar bedrijfsauto in de sloot gereden. Uit de blaastest is gebleken dat werkneemster op het moment van het ongeluk onder invloed was van alcohol. Gom heeft werkneemster op 3 september 2024 op staande voet ontslagen in verband met het ongeval en het niet op tijd uit zichzelf melden hiervan aan Gom. Werkneemster legt zich neer bij het ontslag op staande voet en vraagt om een billijke vergoeding, een transitievergoeding en een vergoeding voor onregelmatige opzegging.
Oordeel
Ontslag op staande voet
Naar het oordeel van de kantonrechter is er voldaan aan de voorwaarden voor een ontslag op staande voet. Vast staat dat werkneemster ten tijde van het ongeval meer had gedronken dan wettelijk is toegestaan. Dit gedrag van werkneemster is in strijd met de bepalingen uit de bruikleenovereenkomst van de auto en het autoreglement dat van toepassing is op de arbeidsovereenkomst van werkneemster. Met haar gedrag heeft werkneemster bovendien niet alleen de interne regels, maar ook de Wegenverkeerswet overtreden. Gom is er op 29 augustus 2023 door een melding van het autoverhuurbedrijf achter gekomen dat werkneemster bij een ongeval betrokken was en dat werkneemster onder invloed was van alcohol. Gom heeft werkneemster toen direct gebeld, maar kon haar niet bereiken. Het is niet de vraag of werkneemster op deze dag bereikbaar had moeten zijn voor Gom, maar of werkneemster vóór dit moment zelf al contact op had moeten nemen met Gom. Dat is zo. In het autoreglement en de bruikleenovereenkomst staat dat een ongeval met persoonlijk letsel of ernstige materiële schade direct moet worden gemeld. Dat werkneemster dat niet heeft gedaan staat vast. Zij heeft het ongeval dus te laat gemeld. Volgens werkneemster heeft zij de schade niet zo snel mogelijk gemeld, omdat zij zich schaamde en haar leidinggevende die ook vakantie had niet wilde storen. Bij een groot bedrijf als Gom geldt vakantie van een leidinggevende niet als reden om je werkgever niet in te lichten over een dergelijk ongeval. Bovendien staat in alle regelingen dat je de schade aan de afdeling wagenpark moet melden. Gom heeft op basis van alle feiten en omstandigheden mogen beslissen om de arbeidsovereenkomst per direct te beëindigen. Het is niet ondenkbaar dat Gom onverplicht nog met werkneemster in gesprek zou zijn gegaan over mogelijkheden om de arbeidsovereenkomst voort te zetten als zij het ongeval direct had gemeld. Maar door het lange zwijgen van werkneemster is dat stadion geruisloos gepasseerd. Dat Gom hierdoor duurzaam het vertrouwen in werkneemster heeft verloren om haar functie van rayonleider als goed werkneemster uit te kunnen voeren is gerechtvaardigd. De persoonlijke situatie van werkneemster geeft geen aanleiding om daar anders over te oordelen.
Omdat het ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkneemster, hoeft Gom geen transitievergoeding te betalen. Daarnaast heeft werkneemster ook geen recht op een vergoeding voor onregelmatige opzegging, omdat voor Gom geen opzegtermijn gold.
Schadevergoeding en kosten rijbewijs
Werkneemster moet € 7.162 aan Gom betalen voor de schade aan de bedrijfsauto. Het recht van Gom om de schade aan de bedrijfsauto van werkneemster te eisen is niet vervallen. De vervaltermijn van artikel 7:686a lid 4 BW slaat niet op deze zelfstandige schadevergoedingsvordering. De aansprakelijkheid van werkneemster voor de schade aan de bedrijfsauto staat los van de beëindiging van het dienstverband. Werkneemster betwist niet dat de schade niet verzekerd is en dat zij aansprakelijk is voor de schade.
Ook moet werkneemster € 4.089,31 aan Gom betalen aan kosten voor haar rijbewijs. Gom heeft de kosten voor het behalen van het rijbewijs van werkneemster betaald. Partijen hebben afgesproken dat steeds een jaar na het behalen van het rijbewijs 1/3 van de totale kosten zou worden kwijtgescholden. Op de datum van het ontslag was nog geen heel jaar verstreken. Er is geen afspraak gemaakt over kwijtschelden naar rato. Daarom moet werkneemster het volledige bedrag terugbetalen.