Rechtspraak
Rechtbank Oost-Brabant (Locatie Eindhoven), 21 november 2024
ECLI:NL:RBOBR:2024:5648
Feiten
Werknemer is sinds 28 maart 2024 in dienst bij Stipt Polish Point Shop B.V. (hierna: Stipt) op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (eindigend op 12 november 2024). De functie van werknemer is accountmanager buitendienst en het loon bedraagt € 3.250 bruto per maand. Stipt is een onderneming die zich heeft gespecialiseerd in de online en offline verkoop van een uiteenlopend assortiment aan autopoetsproducten en -machines. De producten die Stipt niet via internet verkoopt, verkoopt Stipt in haar eigen fysieke winkel. Ook maakt Stipt gebruik van externe verkooppunten, ook wel ‘re-sellers’ genoemd. Op 5 augustus 2024 is werknemer op staande voet ontslagen omdat uit onderzoek is gebleken dat werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan onrechtmatige onttrekking van grote hoeveelheden kostbare goederen van Stipt en deze goederen aan derden heeft verkocht voor eigen gewin. Een en ander is uitvoerig omschreven in de brief waarmee het ontslag op staande voet is ingeroepen. Werknemer stelt dat het ontslag niet rechtsgeldig is gegeven en betwist dat hij de goederen van Stipt uit de voorraad heeft gehaald en deze voor eigen gewin heeft (door)verkocht. Werknemer verzoekt onder meer de gefixeerde schadevergoeding, transitievergoeding en een billijke vergoeding. Stipt voert verweer en stelt dat het verzoek moet worden afgewezen. Nu Stipt werknemer terecht op staande voet heeft ontslagen en werknemer Stipt daarmee een dringende reden heeft gegeven om het dienstverband te beëindigen, is hij tegenover Stipt schadeplichtig.
Oordeel
Is de kantonrechter bevoegd?
Er is sprake van een arbeidsovereenkomst tussen een werkgever die in Nederland is gevestigd en een werknemer die in het buitenland woont. Deze procedure heeft daarom een internationaal karakter. In artikel 21 van de Verordening Brussel I-bis is bepaald dat een werkgever met woonplaats op het grondgebied van een lidstaat kan worden opgeroepen voor de gerechten van de lidstaat waar hij zijn woonplaats heeft. Stipt is gevestigd in Nederland. De kantonrechter is daarom bevoegd om van deze zaak kennis te nemen en het verzoek (en het tegenverzoek) inhoudelijk te beoordelen.
Ontslag op staande voet houdt stand
De kantonrechter vindt dat er sprake is van een voldoende dringende reden om tot een ontslag op staande voet over te gaan. De aan werknemer opgegeven redenen zoals vermeld in de ontslagbrief van 5 augustus 2024 zijn maatgevend. Uit die brief blijkt dat Stipt werknemer verwijt dat hij de bij Stipt geldende regels op grove wijze heeft overtreden en zijn positie als werknemer heeft misbruikt. Vast staat dat werknemer twee polijstmachines die Stipt aan [B] heeft verkocht, heeft geleverd aan [C]. Daarvoor heeft hij [C] op zijn privérekening een bedrag van € 400 laten betalen. Eveneens staat vast dat werknemer dat bedrag niet heeft doorbetaald aan Stipt. Werknemer heeft weliswaar verklaard dat hij deze polijstmachines niet heeft weggenomen uit het magazijn van Stipt en dat hij deze machines heeft opgehaald bij [B], wat niet door Stipt is betwist, maar dat maakt de situatie niet wezenlijk anders. Tijdens de mondelinge behandeling is namens werknemer ter rechtvaardiging van zijn handelwijze gesteld dat hij [B] (contant) heeft betaald toen hij de machines ophaalde. Stipt heeft deze stelling gemotiveerd betwist, waarna werknemer deze stelling niet heeft onderbouwd. Vast staat dat werknemer, naast [C] , nóg een re-seller van Stipt heeft benaderd buiten medeweten van Stipt om. Ook van die re-seller heeft werknemer diverse geldbedragen op zijn privérekening ontvangen. Verder heeft Stipt gesteld dat werknemer geldbedragen heeft ontvangen van een leidinggevende, werkzaam bij een van haar re-sellers. Weliswaar is in deze procedure niet komen vast te staan dat werknemer meer producten van Stipt aan de eigendom van Stipt heeft onttrokken dan de twee aan [C] geleverde polijstmachines, maar dat maakt het handelen van werknemer niet minder ernstig. De verzoeken van werknemer worden afgewezen. Het verzoekt van Stipt om werknemer te veroordelen tot het betalen van de gefixeerde schadevergoeding wordt toegewezen.